In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde, beide hondeneigenaren. Eiser vorderde dat gedaagde haar hond, Roxy, onmiddellijk zou verwijderen van hun gezamenlijke woonadres, na meerdere bijtincidenten waarbij Roxy betrokken was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Roxy, een American Stafford, betrokken was bij verschillende incidenten waarbij andere honden gewond raakten, waaronder een ernstig incident op 21 februari 2017 waarbij de hond van eiser, Kyra, aanzienlijke verwondingen opliep. Eiser stelde dat gedaagde het opgelegde muilkorfgebod niet voldoende naleefde, wat leidde tot een gevaarlijke situatie voor andere honden in de omgeving.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde, ondanks dat zij niet de eigenaresse van Roxy is, verantwoordelijk is voor het gedrag van de hond en dat er voldoende redenen zijn om in te grijpen. De rechter gaf gedaagde vier weken de tijd om een nieuw onderkomen voor Roxy te vinden, met de verplichting om zich in de tussentijd aan het muilkorfgebod te houden. Tevens werd een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd voor het geval gedaagde in gebreke zou blijven, met een maximum van € 2.500,-. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 894,- werden begroot. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van hondeneigenaren om de veiligheid van andere dieren en mensen te waarborgen.