1.2De voorzieningenrechter acht in beginsel spoedeisend belang als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij de gevraagde voorziening aanwezig. De voorzieningenrechter zal beoordelen aan de hand van een voorlopig rechtmatigheidsoordeel en zo nodig een belangenafweging of er ook voldoende spoedeisend belang is om het treffen van een voorlopige voorziening te rechtvaardigen.
2 De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Verzoeker is bij besluiten van 12 juni 2013 en 9 december 2014 beboet voor overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Deze overtredingen betroffen beide het verrichten van arbeid in verzoekers onderneming gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] , door een vreemdeling bestaande uit kapperswerkzaamheden.
Verzoeker is bij brief van 9 december 2014 gewaarschuwd dat bij herhaling van eenzelfde of soortgelijke overtreding een bevel tot preventieve stillegging kan worden afgegeven.
Tegen verzoeker is op 9 februari 2017 een boeterapport opgemaakt wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Deze overtreding bestond wederom uit het verrichten van arbeid in verzoekers onderneming gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] , door een vreemdeling bestaande uit kapperswerkzaamheden.
In het kader van alle drie voornoemde overtredingen is aan verzoeker een bestuurlijke boete opgelegd.
3 Verweerder heeft op grond van voornoemde recidive in het primaire besluit toepassing gegeven aan artikel 17b, van de Wav, met in achtneming van de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten.
4 Verzoeker voert ter onderbouwing van zijn verzoek het volgende aan.
Verweerder handelt in strijd met het ne bis in idem beginsel door verzoeker zowel een bestuurlijke boete op te leggen als de stillegging van de werkzaamheden te bevelen. Verweerder stelt ten onrechte dat de stillegging een herstelsanctie is.
Er bestaat concreet zicht op legalisatie van de aangetroffen situatie, nu de vreemdeling reeds geruime tijd in afwachting is van een beslissing op zijn asielaanvraag. Een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning door de vreemdeling zal zonder arbeidsmarkttoets beoordeeld worden. Verweerder dient derhalve af te zien van handhaving.
Daarbij komt dat de laatst opgelegde boete ook al met 300% verhoogd is wegens recidive. Verzoeker voert aan dat zijn bedrijfsvoering direct gevaar loopt door de stillegging van werkzaamheden. Definitieve sluiting van de onderneming is niet uitgesloten. Dit is in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Te meer nu verzoeker geen financieel voordeel behaald heeft uit de tewerkstelling van de vreemdeling, aldus verzoeker.
5 Ingevolge artikel 17b, eerste lid, van de Wav, kan een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar, nadat een overtreding van een voorschrift of verbod bij of krachtens deze wet is geconstateerd die bestuurlijk beboetbaar is gesteld, aan de werkgever een schriftelijke waarschuwing geven dat bij herhaling van de overtreding of bij een latere overtreding van eenzelfde in de waarschuwing aangegeven wettelijke verplichting of verbod of bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen soortgelijke verplichtingen of verboden, door hem een bevel kan worden opgelegd dat door hem aangewezen werkzaamheden voor ten hoogste drie maanden worden gestaakt dan wel niet mogen worden aangevangen.
Ingevolge het tweede lid kan indien een waarschuwing als bedoeld in het eerste lid is gegeven en herhaling van de overtreding of een latere overtreding als bedoeld in het eerste lid is geconstateerd, door de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, aan de werkgever bij beschikking een bevel als bedoeld in het eerste lid worden opgelegd dat wordt opgevolgd met ingang van het in de beschikking aangeven tijdstip. Deze beschikking wordt niet gegeven zolang wegens de eerste overtreding, bedoeld in het eerste lid, nog niet een bestuurlijke boete is opgelegd.
Ingevolge het zevende lid worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
Dit is neergelegd in de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten (de Beleidsregel).