ECLI:NL:RBDHA:2017:4213
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis van biologische dochter
In deze zaak heeft eiseres, een Somalische vrouw, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis werd afgewezen. De aanvraag was ingediend door referente, de moeder van eiseres, die eerder een verblijfsvergunning asiel had verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de biologische dochter is van referente en dat zij ten tijde van de aanvraag minderjarig was. De staatssecretaris had echter contra-indicaties aangevoerd, omdat eiseres na het peilmoment weer in contact was gekomen met haar ontvoerder en naar hem was teruggekeerd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte deze omstandigheden na het peilmoment had betrokken bij de beoordeling van de gezinsband. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit onvoldoende was gemotiveerd en heeft het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak, en heeft de proceskosten van eiseres vergoed.