Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde sub 1] en
gemachtigde: mr. R.G. Prakke,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. Th. P. ten Brink,
1.Procedure
- het vonnis in het incident van 13 april 2016 en de daarin vermelde processtukken;
- de conclusie van eis van de zijde van de ANVR;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en in de tussenkomst van de zijde van TUI;
- de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagden] ;
- de conclusie van antwoord van de zijde van de KLM;
- de door TUI bij brief van 21 november 2016 in het geding gebrachte producties;
- de door [gedaagden] bij brief van 23 november 2016 in het geding gebrachte producties;
- de door de KLM bij akte op 25 november 2016 ingediende producties.
2.Feiten
- de ander voldoet aan alle aan de overeenkomst verbonden voorwaarden; en
- het verzoek wordt uiterlijk 7 kalenderdagen vóór vertrek ingediend, dan wel zo tijdig dat de benodigde handelingen en formaliteiten nog kunnen worden verricht; en
- de voorwaarden van de bij de uitvoering betrokken dienstverleners verzetten zich niet tegen deze in-de-plaatsstelling.
“Indien Uw Georganiseerde Reis één of meer vluchten bevat, zijn op die vlucht(en) van toepassing de algemene vervoersvoorwaarden van de luchtvaartmaatschappij(en) die de vlucht(en) uitvoert/uitvoeren. De uitvoerende luchtvaartmaatschappij(en) kunt u vinden op uw voucher/ticket. (…) De algemene vervoersvoorwaarden worden door Ons altijd mede bedongen ten behoeve van die luchtvaartmaatschappij(en) en gelden dus ook in de relatie tussen U en die luchtvaartmaatschappij(en). (…)”.
“(…) Administratiekosten betekent de kosten die, waar van toepassing, door de vervoerder en/of diens Bevoegde Agent in rekening worden gebracht aan de Passagier, zoals maar niet beperkt tot kosten voor wijzigingen (“Wijzigingskosten”), hernieuwde afgifte (“Herafgiftekosten”) of restitutie (“Restitutiekosten”) van een Ticket. (…)”
“Een Ticket is niet overdraagbaar, behoudens voor zover anders bepaald krachtens de toepasselijke wet- en regelgeving, met name ten aanzien van Pakketreizen.”
“(…) Laat ik gelijk duidelijk maken dat een ‘in de plaats stelling’ wel mogelijk is op basis van artikel 11 lid 2 van de ANVR-Reisvoorwaarden en artikel 7:506 BW. Echter de onkosten die deze vervanging meebrengen, zijn voor rekening van de reiziger en zijn vervanger. (…) Nu de tickets van de KLM niet overdraagbaar zijn, zijn de kosten hiervoor 100%. De vluchtprijs per persoon is € 407,-, waarbij de totale vluchtprijs voor deze boeking € 814,- is. Ik baseer mij hierbij ook op de Memorie van Toelichting bij artikel 7:506 BW (MvT, Kamerstukken II 1991/92, 22 506, nr. 3, p. 13) die onder meer zegt: (…) Dit betekent echter niet dat de reiziger lichtvaardig met zijn bevoegdheid [tot indeplaatsstelling, toevoeging kantonrechter] zal omgaan. De onkosten die de vervanging meebrengen, zijn immers voor rekening van de reiziger en zijn vervanger, die hoofdelijk verbonden zijn. Vooral het overzetten van vliegtickets, als dat al mogelijk is, blijkt in de praktijk vaak zulke hoge kosten met zich te brengen, dat een reiziger zal afzien van de indeplaatsstelling. (…)
3.Toepasselijke wet- en regelgeving
Indien de consument niet kan deelnemen aan het pakket, kan hij, na de organisator of de doorverkoper tijdig vóór het vertrek op de hoogte te hebben gebracht, zijn boeking overdragen aan een persoon die aan alle aan het pakket verbonden voorwaarden voldoet. De persoon die het pakket overdraagt en de cessionaris zijn hoofdelijk aansprakelijk tegenover de organisator of de doorverkoper die partij is bij de overeenkomst, voor de betaling van het nog verschuldigde gedeelte van de prijs en de eventuele extra kosten als gevolg van deze overdracht.”
“1. Tijdig voor de aanvang van de reis kan de reiziger zijn rechtsverhouding tot de reisorganisator overdragen aan een derde die aan alle voorwaarden van de reisovereenkomst voldoet. Een termijn van zeven dagen voor de aanvang van de reis wordt geacht in ieder geval tijdig te zijn.
“Daar pakketreizen vaak lang van tevoren worden gekocht, kunnen zich onvoorziene omstandigheden voordoen. Daarom dient de reiziger onder bepaalde voorwaarden te mogelijkheid te hebben een pakketreisovereenkomst aan een andere reiziger over te dragen. In dergelijke gevallen dient de organisator de mogelijkheid te hebben zijn onkosten terug te vorderen, bijvoorbeeld wanneer een subcontractant een vergoeding vraagt voor het wijzigen van de naam van de reiziger of voor het annuleren en vervangen van een reisbiljet.”Artikel 9 lid 2 van de Herziene Richtlijn luidt als volgt:
“Degene die de pakketreisovereenkomst overdraagt, en degene die de overeenkomst overneemt, zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het nog verschuldigde bedrag en voor eventuele bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten die voortvloeien uit de overdracht. De organisator stelt degene die de overeenkomst overdraagt, in kennis van de werkelijke kosten van de overdracht. Deze kosten mogen niet onredelijk zijn en niet meer bedragen dan de werkelijke kosten die voor de organisator voortvloeien uit de overdracht van de pakketreisovereenkomst.”
“1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. (…)”
primair)de vordering van [gedaagden] sub I. afwijst en TUI veroordeelt te gehengen en gedogen dat artikel 11, eerste lid, van de ANVR Consumentenvoorwaarden 2014/2015 - meer specifiek de derde voorwaarde – onverminderd van kracht blijft en (
subsidiair)voor recht verklaart dat artikel 11, eerste lid, van de ANVR Consumentenvoorwaarden 2014/2015 - meer specifiek de derde voorwaarde – niet in strijd is met dwingend recht;