ECLI:NL:RBDHA:2017:3725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van de afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor taxichauffeur op basis van justitiële antecedenten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) af te geven aan eiser, die een chauffeurskaart voor taxivervoer wilde verkrijgen. De staatssecretaris had de aanvraag afgewezen op basis van justitiële gegevens die binnen de terugkijktermijn van vijf jaar waren geregistreerd in het Justitieel Documentatiesysteem (JDS). Eiser had eerder een VOG aangevraagd, maar deze was geweigerd vanwege een aantal strafbare feiten, waaronder belastingfraude en andere overtredingen die volgens de staatssecretaris een risico voor de samenleving vormden indien eiser als taxichauffeur zou functioneren.
Eiser voerde aan dat de weigering onterecht was, omdat de feiten die aan de afwijzing ten grondslag lagen niet relevant waren voor zijn functioneren als taxichauffeur. Hij betoogde dat hij nooit betrokken was geweest bij gevaarlijk of nadelig gedrag ten opzichte van klanten en dat de justitiële gegevens onvoldoende basis vormden voor de conclusie dat hij een risico voor de samenleving zou zijn. De rechtbank overwoog echter dat de staatssecretaris op goede gronden had kunnen besluiten om de VOG te weigeren, gezien de aard van de strafbare feiten en het risico dat deze met zich meebrachten voor de veiligheid van passagiers.
De rechtbank concludeerde dat de justitiële antecedenten van eiser niet te verenigen waren met de functie van taxichauffeur en dat de staatssecretaris de afwijzing van de VOG terecht had gebaseerd op het objectieve criterium van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de nadelige gevolgen van de weigering niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen die met de VOG-beoordeling werden nagestreefd. Eiser had geen recht op een VOG, gezien de risico's die zijn justitiële verleden met zich meebracht voor de uitoefening van zijn functie.