ECLI:NL:RBDHA:2017:362

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
C/09/523466 / FT RK 16/2617
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring wegens gebrek aan pluraliteit en onvoldoende steunvordering

Op 17 januari 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij F.H. Louers B.V. een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend tegen Schilders- & Afwerkingsbedrijf De Ruit B.V. Verweerster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Het verzoekschrift is op 10 januari 2017 behandeld in raadkamer, waarbij verweerster niet is gehoord. Verzoekster stelt dat verweerster in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen, nu zij zowel de vordering van verzoekster als andere vorderingen onbetaald laat. Verzoekster heeft een document overgelegd waaruit zou blijken dat de Belastingdienst opeisbare vorderingen heeft op verweerster ter hoogte van minimaal € 4.738,--, exclusief rente en kosten.

De rechtbank oordeelt echter dat er onvoldoende bewijs is voor de steunvordering, aangezien verzoekster geen relevante stukken ter onderbouwing bij het verzoekschrift heeft gevoegd. Het document dat ter zitting is overgelegd, wordt door de rechtbank niet als voldoende onderbouwing aangemerkt, omdat het niet toelicht welk onderzoek is uitgevoerd en het ontbreekt aan een logo of naam van de afzender. De rechtbank benadrukt dat een verzoek om faillietverklaring, inclusief steunvordering, uiterlijk ter terechtzitting compleet moet zijn. Gelet op het gebrek aan bewijs voor de steunvordering, wordt het verzoek tot faillietverklaring afgewezen wegens gebrek aan pluraliteit.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/523466 / FT RK 16/2617
uitspraakdatum: 17 januari 2017
F.H. LOUERS B.V.,
verzoekster,
advocaat mr. G. Janssen,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot faillietverklaring van:
SCHILDERS- & AFWERKINGSBEDRIJF DE RUIT B.V.,
verweerster. Verweerster is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Het verzoekschrift is op 10 januari 2017 behandeld in raadkamer. Verweerster is daarbij niet gehoord.
Verzoekster heeft het faillissement van verweerster aangevraagd stellende dat verweerster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen nu zij zowel de vordering van verzoekster als andere vorderingen onbetaald laat.
Naar het oordeel van de rechtbank is van een steunvordering onvoldoende gebleken, aangezien verzoekster geen stukken ter onderbouwing daarvan bij het rekest heeft gevoegd. Het document, gedateerd 27 december 2016, dat ter zitting is overgelegd, merkt de rechtbank ook niet als zodanig aan. In dat document staat:
“[…] Uit het onderzoek is duidelijk geworden, dat de Belastingdienst ter zake van verschuldigde omzetbelasting opeisbare vorderingen heeft op uw wederpartij ten belope van minimaal € 4.738,--, exclusief verdere rente en kosten”.Welk onderzoek wordt bedoeld, wordt niet toegelicht. De brief bevat voorts geen logo van de afzender, en overigens ook niet de naam daarvan.
Een verzoek om faillietverklaring, dus inclusief steunvordering, wordt geacht uiterlijk ter terechtzitting compleet te zijn. Gelet op het voorgaande is dat niet het geval. Het verzoek tot faillietverklaring moet daarom bij gebrek aan pluraliteit worden afgewezen.

BESLISSING

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring van SCHILDERS- & AFWERKINGSBEDRIJF DE RUIT B.V., voornoemd.
Gegeven door mr. M.M.F. Holtrop en uitgesproken op 17 januari 2017, in tegenwoordigheid van R. Becker, griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene die is verschenen en aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag.