ECLI:NL:RBDHA:2017:3228
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.W.S. de Groot
- Rechtspraak.nl
Toegang tot de Vrijheidsbeperkende Locatie geweigerd op basis van psychische gesteldheid van de eiser
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in het beroep van een eiser van Iraakse nationaliteit, die toegang tot de Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) was geweigerd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser stelde dat deze weigering onterecht was, omdat hij wel wilde meewerken aan zijn vertrek uit Nederland, maar door zijn psychische gesteldheid niet in staat was om de gevolgen van zijn handelen te overzien. Ter onderbouwing overhandigde hij een uitgebreid patiëntendossier van de GGD Amsterdam, waaruit bleek dat hij leed aan meerdere ernstige psychische stoornissen, zelfbeschadigend gedrag vertoonde, en dat er sprake was van verslavingsproblematiek en een gebrek aan een steunnetwerk.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom eiser niet in aanmerking kwam voor opvang in de VBL, ondanks de ingebrachte medische informatie. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat bijzondere omstandigheden, zoals een psychische gesteldheid, in overweging moeten worden genomen bij de beslissing om opvang te bieden. De rechtbank concludeerde dat de medische problematiek van eiser niet voldoende was gemotiveerd door de staatssecretaris, waardoor de weigering om toegang te verlenen aan de VBL niet gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de staatssecretaris en droeg deze op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 990,- werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en de noodzaak om rekening te houden met de psychische gesteldheid van vreemdelingen in het bestuursrecht.