Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de vrouw] ,
Procesverloop
Overwegingen
Standpunten partijen
- de vreemdeling is meer dan drie dagen te lang in Nederland verbleven dan volgens het visum was toegestaan;
- de vreemdeling volgens het terugkeerbesluit niet meteen Nederland hoeft te verlaten, maar een vertrektermijn heeft gekregen.
multiple entrybetekent. Ten slotte is bij ‘duur van het verblijf’ vermeld ‘90 dagen’. Dit betekent dat eiseres in een periode van 105 dagen meerdere keren het Schengengebied mocht inreizen, maar dat de duur van haar totale verblijf niet langer dan 90 dagen mocht zijn.
Beslissing
BIJLAGE
Artikel 62, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, luidt als volgt.1 Nadat tegen de vreemdeling een terugkeerbesluit is uitgevaardigd dan wel, indien het een gemeenschapsonderdaan betreft, nadat het rechtmatig verblijf van de vreemdeling is geëindigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
Artikel 66a, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, luidt als volgt:2 Onze Minister kan een inreisverbod uitvaardigen tegen de vreemdeling, die geen gemeenschapsonderdaan is en die Nederland niet onmiddellijk moet verlaten.
Artikel 66a, achtste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, luidt als volgt:8 In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister om humanitaire of andere redenen afzien van het uitvaardigen van een inreisverbod.
Paragraaf A4/2.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 luidt, voor zover van belang als volgt.De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen vaardigt een inreisverbod uit op grond van artikel 66a lid 2 Vw aan onder andere een vreemdeling die de vrije termijn, als bedoeld in artikel 3.3 Vb, met meer dan drie dagen heeft overschreden en die Nederland niet onmiddellijk hoeft te verlaten.