Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 januari 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 2 februari 2017 en de opmerkingen van partijen daarover.
2.De feiten
(“Hoe werkt het Select Licentieprogramma?”)vermeldt de SA:
reseller, een rechtsvoorgangster van Insight Enterprises Netherlands B.V. (hierna: Insight), met wie de politie op 8 juli 2002 een mantelovereenkomst had gesloten over de levering van licenties voor Microsoft software (hierna: mantelovereenkomst). Deze overeenkomst trad op 1 april 2002 in werking en eindigde op 31 maart 2005. Insight factureerde de bestellingen, die aan haar betaald moesten worden.
true upgedaan van de in dat jaar geïnstalleerde software. Het opgegeven aantal werd afgezet tegen het aantal licenties dat bij de vorige
true upwas opgegeven en werd – als dit het vorige aantal overtrof – als een aanvullende bestelling beschouwd en afgerekend.
3.Het geschil
4.De beoordeling
rechtvan gebruik van de software, niet op het feitelijk gebruik daarvan. Deze vergoeding is dus ook verschuldigd indien – om wat voor reden dan ook – dit recht niet wordt uitgeoefend. Het doet daarom niet ter zake of, zoals de politie stelt, Microsoft makkelijk had kunnen controleren of de bestelde licenties daadwerkelijk werden gebruikt.
true upte doen – en dus onder de SA op de voor de EA overeengekomen wijze opgave kon doen. Volgens de politie dient de foutieve opgave te gelden als een
true up.De politie, op wiens weg dat ligt, heeft deze door Microsoft betwiste mondelinge afspraak echter op geen enkele manier geconcretiseerd. De gestelde afspraak staat voorts op gespannen voet met artikel 11 van de SA dat bepaalt dat deze overeenkomst alleen kan worden gewijzigd door middel van een door beide partijen ondertekend document. Voorts past de gestelde afspraak niet in het systeem van de SA, waarin – anders dan onder de EA – de opgave niet wordt afgezet tegen een op voorhand vastgesteld aantal licenties, maar steeds een bestelling is. Los van het voorgaande kan de gestelde afspraak – ook als deze zou zijn gemaakt – de politie niet baten. Ook als de opgave een
true upzou zijn, zou dit aantal opgegeven licenties, dat – naar niet in geschil is – veel hoger is dan de eerder bestelde aantallen, namelijk moeten worden afgerekend. Ook dan had de politie dus het opgegeven aantal licenties moeten betalen.