ECLI:NL:RBDHA:2017:2426
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van seksuele geaardheid en afvalligheid
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 maart 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Iraanse vrouw, heeft een beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel op 14 november 2016 was afgewezen. Eiseres stelde dat zij vanwege haar seksuele geaardheid en afvalligheid gevaar loopt in Iran. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 15 februari 2017, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. J.C. van Zundert, en de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting was ook een getuige en een tolk aanwezig.
De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van eiseres over haar seksuele gerichtheid en afvalligheid niet geloofwaardig zijn. Eiseres had in eerste instantie onjuiste gegevens verstrekt over haar identiteit en haar verklaringen over haar seksuele geaardheid waren tegenstrijdig en bevreemdend. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de gestelde seksuele gerichtheid en de problemen die eiseres in Iran zou ondervinden ongeloofwaardig zijn. Ook de stelling van eiseres dat zij afvallig is, werd door de rechtbank niet geloofwaardig geacht, omdat zij summiere en algemene redenen aanvoerde zonder overtuigende interne motivatie.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.