Uitspraak
De vordering.
[verdachte] ,
Het advies.
De behandeling in raadkamer.
Beoordeling van de vordering.
Toepasselijke wetsartikelen.
Beslissing.
met 12 maanden.
Rechtbank Den Haag
Op 23 februari 2017 heeft de rechtbank Den Haag, meervoudige kamer jeugdstrafzaken, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van een veroordeelde, geboren in 1996. De vordering tot verlenging van de maatregel werd ingediend door de officier van justitie op 17 januari 2017 en betrof een verlenging van 15 maanden. De rechtbank heeft het dossier en een advies van 3 januari 2017 bestudeerd, waarin werd geadviseerd om de termijn van de maatregel te verlengen vanwege het risico op recidive en de noodzaak voor verdere gedragsverandering. Tijdens de behandeling in raadkamer op 23 februari 2017 is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en heeft hij zijn positieve ontwikkeling toegelicht. De officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd, terwijl de raadsvrouw pleitte voor een verlenging van 12 maanden. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat, gezien het matige recidiverisico en de positieve ontwikkelingen van de veroordeelde, een verlenging van 12 maanden passend is. De rechtbank heeft daarbij de veiligheid van personen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde in overweging genomen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 77s, 77t en 77u van het Wetboek van Strafrecht.