ECLI:NL:RBDHA:2017:2172

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2017
Publicatiedatum
8 maart 2017
Zaaknummer
17/4176
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en de toepassing van de humanitaire clausule in het Dublin-systeem

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2017, gaat het om de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser had op 21 februari 2017 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die gelijktijdig plaatsvond met een andere zaak, hebben beide partijen zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

De rechtbank overweegt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder in Duitsland asiel heeft aangevraagd. De kern van het geschil betreft de vraag of Nederland de asielaanvraag had moeten behandelen op basis van de humanitaire clausule, zoals vervat in artikel 17 van de Dublinverordening. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris bij de toepassing van deze clausule beoordelings- en beleidsruimte heeft. Gezien de door eiser aangevoerde feiten en omstandigheden, heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding was voor Nederland om de asielaanvraag aan zich te trekken.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier J. Loonstra, en is op dezelfde dag aan de partijen verzonden. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 17/4176
V-nummer: [nummer]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 6 maart 2017 in de zaak tussen

[naam], eiser,

gemachtigde: mr. T.R. Hüpscher,
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. A. Peeters.

Procesverloop

Bij besluit van 21 februari 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 maart 2017, tegelijk met de behandeling van het verzoek met nr. AWB 17/4177. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank doet na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak. De rechtbank overweegt het volgende.
2. Niet in geschil is dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser omdat eiser eerder in Duitsland asiel heeft aangevraagd.
3. In geschil is of Nederland de asielaanvraag aan zich had moeten trekken op grond van de humanitaire clausule, vervat in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 604/2013 (de Dublinverordening).
4. Overwogen wordt dat verweerder bij de toepassing van de humanitaire clausule beoordelings- en beleidsruimte heeft. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in de door eiser aangevoerde feiten en omstandigheden geen aanleiding hoefde te zien de asielaanvraag van eiser aan zich te trekken.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. J. Loonstra, griffier, op 6 maart 2017.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen één week na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.