ECLI:NL:RBDHA:2017:2030

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 januari 2017
Publicatiedatum
6 maart 2017
Zaaknummer
AWB 16/29016
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige bekering tot het christendom

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 20 januari 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Iraanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser had verzocht om een verblijfsvergunning asiel, omdat hij vreesde voor vervolging in Iran na zijn bekering tot het christendom. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder onvoldoende was gemotiveerd. Verweerder had gesteld dat de verklaringen van eiser over zijn bekering ongeloofwaardig waren, omdat hij niet voldoende had onderbouwd waarom hij zich van de islam had afgekeerd en hoe zijn bekering tot het christendom had plaatsgevonden. Eiser had echter gedetailleerde verklaringen afgelegd over zijn ervaringen in Iran, de druk van zijn ouders, en de gebeurtenissen die hem tot zijn bekering hadden geleid. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van eiser consistent en logisch waren en dat verweerder onvoldoende had aangetoond dat de bekering niet geloofwaardig was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op de asielaanvraag van eiser, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 990,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 16/29016
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 20 januari 2017 in de zaak tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum] , van Iraanse nationaliteit,
eiser,
(gemachtigde: mr. M. Gavami, advocaat te Amsterdam),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

verweerder,
(gemachtigde: mr. M.P. De Boo, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)).

Procesverloop

Bij besluit van 6 december 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 januari 2017. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Eiser heeft ter onderbouwing van zijn aanvraag het volgende aangevoerd. Eiser kan niet terug naar Iran, omdat hij bekeerd is tot het christendom. In Iran is hij geboren als moslim in een religieuze familie. Tot zijn 15de volgde eiser de ideeën van ouderen op omdat hij dacht dat dit de juiste waren, maar in de jaren die daarop volgden kreeg hij door zijn natuurlijke aard en kritische houding steeds meer twijfels over de islam. Nadat zijn vader huwde met een tweede vrouw en hij door de religieuze politie was aangehouden omdat hij met zijn vriendin op het strand liep, was de maat voor eiser vol. Hij kon zich niet langer vinden in de regels en ideologie van de islam, waarna hij op zijn 20ste afstand nam van deze religie. Tijdens zijn studie in Wit-Rusland kwam eiser voor het eerst in contact met het christendom. Nadat hij in Nederland kwam voor zijn studie, leerde eiser in oktober 2015 een christelijke Farsi groep kennen bij de kerk van [plaats 1] en besloot hij zich als christen te zien en ook zo te leven. Op kerstavond van 2015 heeft eiser zijn ouders verteld over zijn bekering tot het christendom. Nu vreest hij voor de gevolgen ervan bij terugkeer.
Verweerder heeft de aanvraag van eiser afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31 Vreemdelingenwet 2000 (Vw). In het asielrelaas van eiser heeft verweerder de volgende elementen onderscheiden: - identiteit, nationaliteit en herkomst; - bekering tot het christendom; - eiser heeft zijn ouders op de hoogte gesteld van zijn bekering en vreest dat zijn ouders hem uitleveren aan de Iraanse overheid. Verweerder acht het eerste element geloofwaardig. Verweerder gelooft echter niet dat eiser is bekeerd tot het christendom. Reeds hierom gelooft verweerder evenmin de door eiser te verwachten problemen met zijn familie bij terugkeer naar Iran. Eiser komt daarom niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel.
3. Eiser heeft ter onderbouwing van zijn bekering als bijlage bij de zienswijze het rapport ‘Geloofwaardigheid bekering’ van dr. J.W. van Saane, godsdienstpsycholoog, van 13 oktober 2013 overgelegd. In beroep heeft eiser het rapport ‘Bekering tot Christus, Aandachtspunten voor de asielbeoordeling van Christenen met een achtergrond in een andere godsdienst of levensovertuiging’ van Marnix Visscher, Stichting Gave oktober 2016 en het rapport ‘Toetsing bekering van [eiser] , van Alles Koetsier-van Ark L.L.B., Stichting Gave, van 23 december 2016 overgelegd. In dit laatste rapport is het volgende geconcludeerd:
“Bij betrokkene is sprake van een actieve vorm van bekering welke zich geleidelijk heeft voltrokken. Het relaas van betrokkene getuigt van een wezenlijke innerlijke verandering (zie C). […] Dezerzijds wordt geconcludeerd, op basis van de uiteenzettingen onder B, C en D, dat betrokkene uitvoerig en consistent heeft verklaard en dat betrokkenes actieve bekering geloofwaardig is bevonden.”Eiser heeft verwezen naar paragraaf ‘E. Bespreking van het onderzoek en van de gemaakte tegenwerpingen’, waar onder 1 t/m 8 is ingegaan op de door verweerder gedane tegenwerpingen. Eiser heeft aangegeven dat hetgeen daarin naar voren is gebracht, als beroepsgrond dient te worden aangemerkt.
4. Eiser voert aan dat verweerder in het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zijn verklaringen over de wijze waarop hij zich van de islam heeft afgewend summier en oppervlakkig zijn. Eiser heeft in de zienswijze naar verschillende passages uit het nader gehoor verwezen en zich op het standpunt gesteld dat zijn verklaringen daaromtrent zeer uitgebreid, chronologisch en begrijpelijk zijn. Eiser voert verder aan dat verweerder in het bestreden besluit heeft overwogen dat hij ten tijde van de twee gebeurtenissen die tot zijn afkeer van de islam hebben geleid, niet meer zo jong was. Eiser is echter van mening dat het feit dat hij destijds de leeftijd van achttien en eenentwintig had, niet zonder meer betekent dat hij concreter had moeten verklaren over die twee gebeurtenissen dan hij heeft gedaan. Eiser heeft uitgelegd waarom hij in zijn jonge jaren geen affiniteit met de islam had. Vervolgens heeft eiser verklaard dat deze twee gebeurtenissen voor hem de reden vormden om definitief de islam de rug toe te keren. In het bestreden besluit wordt niet gemotiveerd wat eiser nog meer had kunnen verklaren. Eiser heeft immers uitgelegd dat hij niet echt als een gelovige was aan te merken toen hij zeer jong was. De twee door hem genoemde gebeurtenissen gaven hem echter voldoende motivatie om afstand te nemen van de islam. Hierbij is van belang dat eiser inmiddels ouder was. Bovendien waren deze gebeurtenissen op die leeftijd zo ingrijpend voor hem dat deze hem de beslissing tot afkeer van de islam hebben doen nemen. Eiser voert verder aan dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte heeft overwogen dat hij niet in staat is om helder uit te leggen waarom hij juist in de genoemde twee gebeurtenissen de aanleiding vond om zijn geloof definitief de rug toe te keren. Eiser heeft duidelijk verklaard hoe hij vóór deze twee gebeurtenissen over de islam dacht, althans hoe hij hier tegen aankeek. Vervolgens maakte hij twee gebeurtenissen mee die duidelijk te maken hadden met de islamitische normen. Feit is dat eiser in een islamitisch land is opgegroeid. Hij kan daarom voldoende onderscheiden welke behandeling voortvloeit uit de islamitische normen. Voorts was het voor eiser zeer frustrerend en onaangenaam om deze gebeurtenissen te ervaren. Het is niet duidelijk wat eiser nog meer had moeten vertellen. Hierbij is van belang dat eiser hierop niet is doorgevraagd.
4.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van eiser over de wijze waarop hij zich van de islam heeft afgewend summier en oppervlakkig zijn. Uit die verklaringen blijkt geen weloverwogen proces van afkeer van de islam.
Eiser heeft verklaard over twee gebeurtenissen die de oorzaak waren om zich definitief van de islam af te keren. Deze gebeurtenissen vonden plaats op de leeftijd van achttien jaar en circa één jaar voorafgaand aan het vertrek van eiser naar Wit-Rusland. Eiser was bij de eerste gebeurtenis 18 jaar en bij de tweede gebeurtenis ten minste 21 jaar. Aangezien eiser deze twee gebeurtenissen bepalend noemt voor zijn afwending van het islamitisch geloof, mag van hem verwacht worden dat hij concreter kan verklaren over dit proces van geloofsafval dan hij heeft gedaan in termen van dat hij een grote leegte ervaarde en geen behoefte had om mensen te helpen. Dit geldt temeer, nu eiser tijdens deze gebeurtenissen niet meer als jong gezien kan worden.
Eiser is niet in staat om helder uit te leggen waarom hij juist in die twee gebeurtenissen de aanleiding vond om zijn geloof definitief de rug toe keren. Van eiser mag verwacht worden dat hij inzicht geeft in de motieven om tot de keuze van zijn afvalligheid te komen. Hierin is hij niet geslaagd. Eiser heeft bovendien verklaard dat hij geen pogingen heeft ondernomen om op de kritische vragen die hij stelde over het islamitische geloof antwoord te krijgen omdat het nooit een bevredigend antwoord was. Het feit dat eiser heeft nagelaten antwoorden te zoeken op de vragen binnen het islamitische geloof duidt er niet op dat hij alle elementen binnen het islamitisch geloof heeft gewogen en als zodanig een weloverwogen keuze heeft gemaakt voor een dermate ingrijpende handeling als het afwenden van het islamitisch geloof in een streng islamitisch land, aldus verweerder.
4.2
De rechtbank stelt vast dat eiser tijdens het nader gehoor het volgende heeft verklaard:
pagina 8
“Nadat u in de pubertijd kwam kreeg u last van druk van uw vaders en moeders kant. Wat bedoelt u hier precies mee?
Ik werd erop gewezen dat ik dat moest doen. Ze vroegen waarom ik het niet altijd deed. Ze zeiden dat ze wilde voorkomen dat ik in het hellevuur zou belanden.”
[…]
“Op welke wijze oefende uw ouders druk op u uit?
Mag ik een voorbeeld geven?
Natuurlijk.
Je kan het vergelijken met naar school gaan en huiswerk maken. Als je geen huiswerk maakt dan krijg je een waarschuwing. Als je het niet maakt dan krijg kun je het niet afronden en kun je straf krijgen. Zo kun je het zien.
Kreeg u weleens straf van uw ouders als u zich niet aan het gebed hield?
Meestal ging het met boosheid en geschreeuw. Ze dreigden ook dat het kopen van kleding uitgesteld zou worden. Daarmee werd gedreigd.,
Wat voor impact had dat op u?
Hun aandringen had een slechte invloed op mij. Het zorgde ervoor dat ik met de dag afstand nam van de islam en God. Het zorgde ervoor dat ik mij kon verzetten tegen hun repressie. Ik zette vraagtekens bij deze onlogische zaken.”
pagina 9
“U heeft verklaard dat deze druk resulteerde dat de afstand tussen u en God groter begon te worden. Kunt u dit beter toelichten?
Als je onder druk wordt gezet, laten we zeggen op een dictorale [lees: dictatoriale] manier, dan is het niet iets wat jezelf hebt bereikt. Het is iets wat jou gedicteerd wordt.
Wat voelde u daar precies bij?
Voor zover ik mij dat kan herinneren had ik last van innerlijke boosheid. Omdat ik jong was kon ik dat niet uiten waardoor ik met de dag van de islam afraakte.
Hoe kwam het dat u deze protestgeest wel had en uw jongere broer niet?
De reden weet ik niet precies. Wat hij deed was niet altijd even slim. Hij heeft zelfs zijn school niet afgemaakt. Ik ben een van de weinige mensen uit de familie die de hoogste opleiding heeft. Naar mate ik ouder begon te worden nam ik niet alles meer voor waar aan.
U heeft verklaard dat u zich durfde af te zetten tegen ideeën en onlogische zaken. Hier tegen ging u zich verzetten. Hoe ging dit precies in zijn werk?
Zoals het bidden in het Arabisch, dat zei ik ook tegen mijn ouders. Ik kreeg nooit een logisch antwoord hierop. Nadat ik ouder was geworden zette mijn vader mij onder druk om te vasten. Tijdens de Ramadan vroeg hij waarom ik niet mee deed met vasten. Hij vroeg mij wat mijn probleem was om dit niet te doen. Ik kan me herinneren dat ik tegen mijn ouders zei dat ik mij niet hoefde te verantwoorden bij hem indien dit wel het geval zou zijn.”
pagina 10
“Waar kwam uw kritische houding vandaan?
Toen ik volwassen was geworden en door aandringen en druk van mijn vader.
Daardoor kreeg u een kritische houding?
Dat klopt. Dat ondersteunde mijn kritische houding. Mijn ideeën kwamen niet overeen met de islamitische regels.
U bent opgegroeid in een religieus islamitisch gezin in een land waar ook de islam zeer centraal staat. Waar kwamen uw kritische ideeën, die niet overeen kwamen met de islam, vandaan?
Door mijn persoonlijke aard en natuur. Wat ik u vertelde, dus dat je het gebed doet in een taal die je niet kan verstaan. Dat heel veel maanden in het jaar, zoals de Moharam en de Ramadan, voor martelaren mocht ik geen muziek luisteren. Ik vroeg me af wat dit te maken had met het feit dat Mohammed duizend jaar geleden is overleden en dat we daar nu over moeten rouwen. Hoe
kan het zijn dat een samenleving die beweert dat zijn religie het beste is zoveel te maken heeft met regels, fraude en agressie. Wij hoorden altijd via verschillende nieuwszenders over fraude, grote diefstallen en maatschappelijke wanorde.
Ik wil nog even bij dit punt blijven. Als u gaat twijfelen aan iets dan zou u ook kennis hebben over hoe iets ook anders is of waarom iets verkeerd is. Waar kwamen uw twijfels precies vandaan?
In feite had ik al een kritische houding en twijfels begonnen doordat ik problemen zag in de samenleving. Daarnaast beweerden men dat de islam de beste religie was. Eigenlijk maakte men veel misbruik van de islam. Als er nieuws was over misbruik dan ging het altijd over mensen die in de overheid zaten en daar misbruik van maakten. De twee gebeurtenissen hebben daarbij
een rol gespeelt.
Vertelt u maar over deze gebeurtenissen waardoor u de islam definitief de rug toekeerde.
De eerste was op mijn 18de denk ik. Mijn vader was op het idee gekomen om opnieuw te gaan trouwen. Logischerwijze was mijn moeder daar erg op tegen. Dat heeft geleid tot veel ruzie.
U bedoelt hiermee een tweede vrouw.
Dat klopt.”
Pagina 11
“Vertelt u verder.
Dat zorgde ervoor dat de sfeer in huis omsloeg. Mijn moeder ging voor een aantal maanden naar het huis van haar moeder. Als wij protesteerden tegen mijn vader dan zei hij dat hij niks tegen de Sharia deed. Hij zei dat onze profeet meerdere vrouwen tegelijk had. Ik was daar erg boos om en dat het gezin bijna tot een grens van scheiding kwam. Ik vroeg mij af wat voor religie dit was die zoiets heel inhumaan voorschreef. Het was voor mij bijna niet te verteren. Dit heeft de gezinssituatie een verschrikkelijk toestand bezorgde. Omdat mijn vader stuitte op een protest van onze zijde en de familie
van mijn moeder gaf hij zich op een bepaalde manier over. Het duurde een aantal maanden voordat de gezinssituatie weer normaal was.
Vertelt u verder over de tweede gebeurtenis.
Toen ik op de universiteit zat. Ik had een vriendin en niemand was op de hoogte. Als mijn ouders er achter zouden komen dan zou dit een ramp worden. Ons contact was volledig geheim voor onze familie en ouders. Op een dag wilde ik met mijn vriendin naar het strand. Ik gebruikte de auto van mijn vader om naar de plaats [plaats 2] . We waren nog niet zo lang aan het wandelen toen de auto van de zedenpolitie stopte. Ze vroegen wat voor relatie met elkaar hadden en of wij gehuwd of verloofd waren. Het is logisch in Iran dat als je geen Sighe of een verloving hebt dan valt dit buiten de Sharia. Ze begonnen ons te kleineren via hun houding en woorden. Om te voorkomen dat mijn ouders er achter zouden komen moest ik hun smeken om ons rust te laten om iets wat ik niet belangrijk vond. Ik had veel last van stress en angst want mijn rijbewijs en autopapieren werden afgenomen. Ik moest hun volgen naar het politiebureau. Ze zeiden dat de auto daar zou blijven en dat de auto vastgehouden zou worden. Door veel excuses te maken en hun te vragen omdat niet te doen kreeg ik mijn autopapieren en rijbewijs terug. We mochten op geen enkele wijze contact met elkaar hebben. Uiteindelijk mochten we weg maar niet gelijktijdig. We mochten elkaar niet meer zien.
(…)
“Waarom voldeed de islam niet meer voor u?
Vanwege de onbeantwoorde vragen die ontstonden naar aanleiding van de gebeurtenissen. Van nature ben ik geen voorstander van verdriet of rouwen dat soort zaken. Ik ben meer voor vrede en blijdschap. In de islamitische kalender heb je veel van dat soort rouwmomenten.”
Pagina 12
“Heeft u pogingen ondernomen om dergelijke vragen beantwoord te krijgen waardoor u wellicht in de Islam kon blijven geloven?
Nee. Misschien had ik wel antwoord gekregen maar het was nooit een bevredigend antwoord. Het was totaal tegen mijn logica.
Met wat voor vragen zat u zoal?
Dat je gewoon geen gewone relatie kan hebben. Ik vroeg me ook af waarom alles onder vragen kwam te staan. Waarom is polygamie toegestaan was binnen de islam? Waarom moeten mijn gebeden in het Arabisch waar ik niks van begrijp. Hoezo moet het geloof in God gepaard gaan met rouw en verdriet? Veel andere vragen waren ook aan de orde maar die kan ik me nu niet meer heugen.
Het kan heel ingrijpend zijn om je af te wenden van een geloof waarmee je bent opgegroeid. Wat was voor u de (doorslaggevende) reden om zich van de Islam af te wenden?
Hoe bedoelt u dat precies?
Wat was de reden waarop u zich besloot definitief af te wenden van de Islam?
Het laatste incident waarmee ik te maken kreeg met de agenten. Hierdoor kreeg ik mijn afkeer van de islam. Dat was groter geworden en ik was er definitief klaar mee. De voorgaande gebeurtenissen zorgde er bij elkaar voor dat ik bij dit punt kwam.
Daarna bent u nog één jaar in Iran gebleven. Nadat u besloot u af te wenden van de Islam, zag u zichzelf nog wel als moslim of hoe moet ik die periode daarna precies zien?
Ik zag mezelf niet meer als moslim. Als mensen in Wit-Rusland naar mijn religie vroegen zei ik dat ik wel als moslim was geboren maar dat ik dit niet meer was. Geen religie hebben had een slechte invloed op mij.
Ik wil nog even blijven in het jaar dat u nog wel in Iran verbleef maar u zichzelf niet meer zag als moslim. Wat voor invloed had dat op uw dagelijkse leven gelet op het feit dat uw ouders wel wilden dat u de rituelen deed?
Ik deed niet mee aan de rituelen. Mijn ouders wisten dat. Er werd niet erg op aangedrongen omdat ze wisten dat ik het niet deed.
Voorheen kreeg u waarschuwingen en dreigende uw ouders dat u bijvoorbeeld geen kleding mocht kopen. Hoe reageerde uw ouders op het feit dat u niet meer mee deed met de rituelen nadat u zich had afgekeerd?
Allereerst over het stukje dat ik mezelf niet meer als moslim zag. Ik gaf daar geen ruchtbaarheid aan want ik was niet opzoek naar conflict. Dat zou oneindig zijn. Die maatregelen van mijn ouders daar gaf ik geen waarde meer aan. Ik was ouders [lees: ouder] geworden en ik had er niet veel moeite meer mee. Ze konden mij niet zoveel meer onder druk zetten.”
4.3
De rechtbank stelt naar aanleiding van het ter zitting door verweerder ingenomen standpunt dat het aan de vreemdeling is om zijn vluchtmotieven duidelijk naar voren te brengen en niet aan verweerder om deze met vragen - nader - aan het licht te brengen, voorop dat het nader gehoor het onderdeel van de asielprocedure is waar de vreemdeling door verweerder in de gelegenheid wordt gesteld om door middel van het afleggen van verklaringen zijn relaas naar voren te brengen en daarmee zijn verzoek om internationale bescherming te staven. Verweerder heeft dit ook onderkend in zijn beleid, neergelegd in paragraaf C1/2.9 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc), waarin staat vermeld dat de IND de vreemdeling tijdens het nader gehoor in de gelegenheid stelt om de gronden van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan te dragen. In de Werkinstructie 2014/10 van 1 januari 2015 (de WI) onder paragraaf 2.1 is voorts het volgende vermeld: “De stelplicht en bewijslast betreffende het asielrelaas liggen in beginsel bij de asielzoeker. De grenzen van de bewijslast voor de asielzoeker strekken zover als ‘wat in redelijkheid van hem gevraagd kan worden’. De IND heeft op grond van artikel 3:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb) ook een actieve onderzoeksplicht. De overheid kan in voorkomende gevallen bovendien tegemoet komen aan de op de vreemdeling rustende bewijslast door zelf onderzoek te verrichten, bijvoorbeeld door vragen te stellen tijdens de gehoren.”
4.4
Onder verwijzing naar de hiervoor geciteerde verklaringen van eiser kan de rechtbank verweerder niet volgen in het standpunt dat eisers verklaringen over de wijze waarop hij zich van de islam heeft afgewend summier en oppervlakkig zijn en dat daaruit geen weloverwogen proces van afkeer van islam blijkt. Uit de geciteerde verklaringen blijkt dat eiser tijdens zijn puberjaren druk van zijn ouders heeft ervaren om de voorschriften van het islamitisch geloof te volgen en dat hij zich daartegen begon af te zetten. Hij voelde boosheid over de druk die met name zijn vader op hem uitoefende en hij bemerkte dat zijn ideeën niet overeenkwamen met de islamitische regels. Ook zag hij problemen in de samenleving die hij niet kon rijmen met die regels. Na zijn 18e jaar kreeg hij voorts te maken met twee gebeurtenissen die maakten dat hij een (definitieve) afkeer kreeg van de islam. Eiser heeft uitgebreid, chronologisch, begrijpelijk en consistent verklaard. Indien verweerder van mening was dat eiser bepaalde verklaringen onvoldoende heeft uitgediept, had het op de weg van verweerder gelegen eiser daarmee te confronteren tijdens het nader gehoor door hem om nadere uitleg te vragen, of om eiser aanvullend te horen. De rechtbank concludeert dat het standpunt van verweerder op een ondeugdelijke motivering berust. Deze beroepsgrond slaagt.
5. Eiser voert aan dat verweerder hem in het bestreden besluit ten onrechte tegenwerpt dat hij niet duidelijk heeft gemaakt waarom hij in Wit-Rusland zijn vrienden niet heeft gevraagd over het christendom. Allereerst ziet eiser de relevantie van deze stelling niet in. Feit is dat eiser in Wit-Rusland kennis heeft gemaakt met het christendom. De manier waarop hij dit heeft gedaan is niet echt van belang. Voorts heeft eiser uitgelegd dat zijn kennis van de taal onvoldoende was om moeilijke vragen te stellen. Daarop is echter in het bestreden besluit niet ingegaan. Evenmin is in het bestreden besluit ingegaan op eisers stelling dat hij eerst in Nederland is bekeerd. De kennismaking met het christendom dient slechts als achtergrond daarvan. Eiser was in Wit-Rusland in het geheel niet bezig met de bekering. Eiser is van mening dat het bestreden besluit ook op dit punt onvoldoende is
gemotiveerd.
5.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat uit eisers verklaringen niet blijkt van een diepgaand innerlijk proces van bekering tot het christelijke geloof en een verdieping in dit geloof. Eiser heeft alleen op internet informatie gezocht en hij is niet in gesprek gegaan met zijn Russischtalige vrienden over zijn interesse in het christendom. Eiser heeft niet verklaard waarom hij dit heeft nagelaten. Dit had in de rede gelegen, te meer nu eiser heeft verklaard in het christelijke geloof geïnteresseerd te zijn geraakt vanwege zijn christelijke vrienden in Wit-Rusland. Eiser stelt de Russische taal niet afdoende te beheersen om een diepgaand gesprek te voeren over spirituele onderwerpen. Maar dat neemt niet weg dat eiser op geen enkele manier heeft geprobeerd via deze christelijke vrienden enige (basale) kennis van het christendom op te doen, dan wel in ieder geval zijn interesse hiervoor kenbaar te maken.
5.2
De rechtbank stelt vast dat eiser tijdens het nader gehoor het volgende heeft verklaard:
Pagina 13
“Wanneer kwam u voor het eerst in aanraking met het christendom?
Het exacte moment weet ik niet meer. Het was het tweede jaar in Wit-Rusland. Ik was me aan het verdiepen in hun samenleving en ik merkte dat zij in hun leven met God te maken hadden en hun christelijke geloof.
In welk jaar was dat ongeveer?
Ik denk 2013.
U heeft verklaard dat u de samenleving in Wit-Rusland beter wilde leren kennen. U zei dat u zich heeft verdiept in hun leven én religie. Kunt u toelichten waarom u zich juist in hun religie ging verdiepen?
Mijn vrienden waren christenen en de hoogleraar ook. Het merendeel was christen orthodox. Het had twee redenen. De eerste reden ging over God. Ik wilde weten wat voor God dit was. De tweede reden was dat zij voornamelijk christen waren. Ik als gestudeerd iemand wilde ik daar mee kennis over
hebben.
Waarom was u hier zo geïnteresseerd in?
Als zij over God spraken dan viel mij niks op van angst bij hun. God was elke dag bij hun en er was zelfs geen dag in hun kalender als een rouw dag. Ik zag geen eentiende deel van wrok tegen anderen. Dit was wel het geval in de Iraanse samenleving.
U heeft verklaard dat het een zware invloed op u had toen u had besloten om u af te wenden van de islam. Waarom had dit een zware invloed op u?
Ik wist dat de islam niet de juiste manier van leven was en ik wist niet wat wel de juiste weg was. In de loop van de tijd zorgde dat gevoel voor een grote leegte. Als ik iets deed dan keek ik niet of het wel/geen goede daad was. Ik had geen behoefte om anderen te helpen want daar had ik geen behoefte aan. Dat had te maken met de leegte die was ontstaan.
In Wit-Rusland kwam u in aanraking met het christendom. Hoe heeft u zich verdiept in het christendom in Wit-Rusland?
Dat deed ik op internet.
Wat deed u zoal op internet?
Ik ging zoeken op internet. Veel zaken werden mij helder rondom het christendom. Ik wist aanvankelijk niet eens waar christenen in geloofden. Daar kwam ik tot de ontdekking dat de Vader, de Heilige Geest en God geen boze God is. Hij is er om ons te helpen. Hij hield zoveel van ons waardoor hij zijn enig zoon heeft opgeofferd. In de bijbel las ik over het leven van Jezus. Het trok mij aan omdat het voor grotendeels overeen kwam met mijn eigen leven.
Op welke wijze heeft u zich nog meer verdiept in het christendom?
Het was via internet maar ik wilde mij nog meer buigen over het christendom en als een christen leven. Ook wilde ik meer weten of ik als een christen door het leven kon gaan. Ik was op zoek naar een Farsi-groep waar ik me beter in kon verdiepen. Helaas kon ik dat niet vinden.
Welke websites bezocht u zoal?
Ik weet de Perzische sites niet meer. Ik zocht via Google en daar krijg je meerdere sites aangeboden.
Begrijp ik het goed dat u in Wit-Rusland enkel kennis heeft opgedaan via internet?
Dat klopt.”
5.3
Onder verwijzing naar de hiervoor geciteerde verklaringen van eiser kan de rechtbank verweerder niet volgen in het standpunt dat uit de verklaringen van eiser niet blijkt van een diepgaand innerlijk proces van bekering tot het christelijke geloof en een verdieping in dit geloof omdat eiser alleen op internet informatie heeft gezocht en heeft nagelaten om in gesprek te gaan met zijn studievrienden over zijn interesse in het christendom. De rechtbank stelt daarbij voorop dat uit eisers verklaringen duidelijk blijkt dat hij eerst in oktober 2015 in Nederland is bekeerd. Tijdens zijn daaraan voorafgegane verblijf in Wit-Rusland is eiser door zijn christelijke vrienden en de hoogleraar in Wit-Rusland geïnteresseerd geraakt in het christendom. Hij heeft er toen voor gekozen om zich daar meer in te verdiepen door informatie te vergaren op internet. Tevens geeft hij aan dat hij op zoek is gegaan naar een groep christenen die zijn taal (Farsi) beheerste, maar zo’n groep heeft hij niet kunnen vinden. Verweerder werpt eiser in het bestreden besluit tegen dat hij niet duidelijk heeft gemaakt waarom hij in Wit-Rusland niet met zijn vrienden heeft gesproken over het christendom en hen niet daarover vragen heeft gesteld. Zoals eiser terecht heeft opgemerkt heeft verweerder daar tijdens het nader gehoor geen specifieke vraag over gesteld en uit de vraagstelling “Hoe heeft u zich verdiept in het christendom?” en “Op welke wijze heeft u zich nog meer verdiept in het christendom?” heeft eiser niet kunnen opmaken dat van hem werd verwacht uit te leggen
waaromhij niet op andere manieren dan middels internet kennis heeft vergaard over dat geloof. Daarnaast ziet de rechtbank zonder nadere motivering - die ontbreekt - niet in waarom de door eiser naar voren gebrachte taalbarrière geen plausibele verklaring zou zijn voor het feit dat hij geen informatie heeft verkregen door met zijn studievrienden gesprekken over het christelijk geloof te voeren. Evenmin kan zonder nadere motivering worden ingezien waarom het feit dat eiser destijds gekozen heeft voor informatievergaring via internet, niet afdoende zou zijn als middel om zich te verdiepen in het christendom, te meer daar hem gebleken was dat er geen christelijke studiegroep bestond met taalgenoten van eiser. Ook op dit punt is het bestreden besluit ondeugdelijk gemotiveerd. Deze beroepsgrond slaagt ook.
6. Eiser voert verder aan dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte heeft overwogen dat hij het proces tot bekering niet inzichtelijk heeft gemaakt. Immers, in het
bestreden besluit wordt de ontmoeting van eiser met de kerk in [plaats 3] als het moment van bekering, als een losstaande gebeurtenis gezien. Eiser heeft immers reeds eerder twijfels gehad over de islam. Vervolgens heeft hij na deze gebeurtenissen definitief van de islam afstand genomen. Daarna heeft hij kennis gemaakt met het christendom, hoewel oppervlakkig en op afstand. Tenslotte is hij in de kerk daadwerkelijk bekeerd nadat hij enige kennis had opgedaan van het christendom. De door eiser afgelegde verklaringen zijn logisch, chronologisch en begrijpelijk.
Eiser voert verder aan dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte heeft overwogen dat hij een opsomming heeft gegeven van de veranderingen die het christendom bij hem teweeg heeft gebracht, maar dat deze onvoldoende zijn. In de eerste plaats heeft eiser in de zienswijze benadrukt dat juist verweerder in het voornemen een opsomming heeft gegeven van alle veranderingen en niet eiser. Eiser heeft hiermee willen aangeven dat verweerder zelf wel erkent dat de bekering eiser vele veranderingen heeft opgebracht. Voorts is verweerders stelling dat eiser door deze opsomming niet concreet heeft uitgelegd waarom hij de door hem genoemde aspecten niet in de islam kon vinden, feitelijk onjuist. Eiser heeft immers aan het begin van zijn relaas uitgelegd waarom hij deze aspecten in de islam niet kon vinden. Eiser dient immers uit te leggen waarom hij zich van de islam heeft afgewend en waarom hij zich tot het christendom heeft bekeerd. Het is echter niet aan eiser om zijn relaas te analyseren en te kwalificeren. Verweerder dient daarentegen het relaas in zijn geheel en in samenhang te beoordelen. Daarvan is echter in dit geval niet gebleken.
6.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser het proces tot bekering niet inzichtelijk heeft gemaakt. Daartoe heeft verweerder als eerste ten grondslag gelegd dat de keuze voor het christendom voor eiser niet lijkt te zijn gebaseerd op innerlijke diepgaande motieven, ingegeven door een zoektocht naar spirituele zingeving.
6.2
De rechtbank kan verweerder niet volgen in dit standpunt en haalt de volgende verklaringen van eiser aan uit het nader gehoor.
Pagina 13
U heeft verklaard dat het een zware invloed op u had toen u had besloten om u af te wenden van de islam. Waarom had dit een zware invloed op u?
Ik wist dat de islam niet de juiste manier van leven was en ik wist niet wat wel de juiste weg was. In de loop van de tijd zorgde dat gevoel voor een grote leegte. Als ik iets deed dan keek ik niet of het wel/geen goede daad was. Ik had geen behoefte om anderen te helpen want daar had ik geen behoefte aan. Dat had te maken met de leegte die was ontstaan.
Pagina 14
Uiteindelijk bent u naar Nederland gekomen. Wat heeft u in Nederland allemaal gedaan om u te verdiepen in het christendom?
Zoals ik zei was ik op zoek naar een Farsi-groep. Er gebeurde in mijn ogen iets moois. Dat kan ik vertellen als u wil.
Vertelt u maar.
In de beginperiode in Nederland ging ik op verschillende plaatsen wandelen in de stad om deze beter te leren kennen. In [plaats 3] heb je een kerk genaamd “ [naam kerk] ”. Het gebouw van de kerk heeft een speciale architectuur. In de buurt van de kerk stond een man en ik vroeg wat voor gebouw het was. Hij vertelde mij dat het een kerk was. Het was voor mij wel interessant om zo’n gebouw als kerk te zien. Ik had namelijk een ander beeld van een kerkgebouw. Nadat ik zei dat ik een Iraniër was vertelde hij dat er ook Iraniërs kwamen en als ik wilde kon ik met hun kennis maken. De volgende zondagochtend ging ik daarheen en het was de eerste keer dat ik bij een kerkdienst zat. Die bijeenkomsten van de kerkdiensten waren voor mij zowel schokkend als interessant. Het ging gepaard met zang en liederen. In Iran staat bidden en muziek op twee verschillende posities. Ik heb echt genoten van de bijeenkomst. Daar maakte ik kennis met twee Iraniërs die naar de Nederlandse kerkdiensten waren gekomen. Dit samen met twee Nederlandse vrouwen. Ze vertelde dat als ik op zoek was naar een Farsi sprekende groep dat ik daarheen kon komen en dat ze mij konden voorstellen. Ze gaven vervolgens mij hun adres. Na de kerkdienst, bij het koffie drinken, zag ik een aantal magazines in het Farsi. Ik pakte er een en ik dacht dat het te maken had met de Farsi sprekende groep. In de middag ging ik naar een vriend en omdat ik het spannend vond vertelde ik hem dit verhaal. Ik zei dat ik graag contact wilde opnemen en hij zei dat ik dit nu kon doen zodat ik kennis kon maken. Op dat moment belde ik waarna ik meneer [naam] sprak. Hij is de dominee van de Farsi sprekende groep. Ik vertelde hem dat ik in Wit-Rusland zat en dat ik daar kennis had gemaakt met het christendom. Hij reageerde heel enthousiast en hij nodigde mij uit om deel te nemen. Hij zei dat ze ook behoefte hadden aan iemand die heel handig was met computers. Toen hij het adres gaf kwam ik er achter dat het in [plaats 1] was. Het was tegen mijn verwachting want ik dacht dat het in [plaats 3] zou zijn. Ik ging in op zijn uitnodiging en ik nam deel aan de bijeenkomsten. Ik kan zeggen dat ik dankzij hun kennis heb gemaakt het christendom. In feite wist ik het al want ik had al eerder kennis gemaakt met het christendom.
Vanaf wanneer bent u zichzelf als christen gaan zien?
Het feit dat ik deelnam aan een bijeenkomst. Het was een warme bijeenkomst van Iraniërs. Dus mensen met aanleg voor cultuur. Ik had mijn interesse kenbaar gemaakt bij de dominee om als christen te willen leven. Hij vertelde dat het feit dat ik daar was Gods wil was. God had mij gekozen om daar te zijn. Die dag had ik mijn spijt betuigt en sinds die dag leef ik als christen.
Op welke dag was het dat u spijt heeft betuigd en als christen leeft?
De exacte dag weet ik niet meer. Het was halverwege de maand oktober.
2016?
2015. Dus ruim één jaar geleden.”
Pagina 16
“Wat zoekt u precies in een religie?
In het christendom ben ik opzoek naar een liefdevolle relatie met God om Hem een vader te kunnen noemen. Ik wil niet met angst in God geloven. Dat is wel gebruikelijk in de islam. Ik wil graag met liefde en blijdschap God zoeken. In tegenstelling tot de islam wat gepaard gaat met rouw en gehuil.”
Pagina 19
Waarom is religie zo belangrijk voor u?
Allereerst is het christendom geen religie maar een juiste manier van leven. De enige weg om tot God de vader te komen. Vanwege de geweldige effecten die ik heb opgemerkt en omdat dit de enige manier is om tot reinheid en het eeuwige leven te komen. De veranderingen in mijn leven tot stand zijn gekomen evenals de liefde. Er is geen vervanging voor mij.
De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van eiser blijkt dat hij een leegte ervaarde nadat hij afstand had genomen van het islamitische geloof. In Wit-Rusland kwam hij in aanraking met christenen en is hij geïnteresseerd geraakt in dit geloof. Vervolgens is hij in Nederland gaan deelnemen aan kerkdiensten en heeft hij zich aangesloten bij een christelijke groep met taalgenoten. Eiser geeft in zijn verklaringen ook aan waarom religie voor hem belangrijk is en hij zet daarnaast uiteen waarom het christelijke geloof hem aansprak en vergelijkt dit met de aspecten van de islam die eerder in zijn leven voor hem aanleiding hadden gevormd van dat geloof afstand te nemen. Zonder nadere motivering - die ontbreekt - is de conclusie van verweerder dat de keuze voor het christendom voor eiser niet lijkt te zijn gebaseerd op innerlijke diepgaande motieven, ingegeven door een zoektocht naar spirituele zingeving, niet begrijpelijk.
6.3
Voorts heeft verweerder overwogen dat de keuze voor het christendom voor eiser geen weloverwogen keuze lijkt te zijn geweest. Het wekt bevreemding dat eiser niet alle elementen van beide geloven niet heeft gewogen en het christelijke geloof zonder twijfel heeft omarmd.
6.4
De rechtbank kan verweerder niet volgen in dit standpunt en haalt de volgende verklaringen van eiser aan uit het nader gehoor.
Pagina 16
“Wat zoekt u precies in een religie?
In het christendom ben ik opzoek naar een liefdevolle relatie met God om Hem een vader te kunnen noemen. Ik wil niet met angst in God geloven. Dat is wel gebruikelijk in de islam. Ik wil graag met liefde en blijdschap God zoeken. In tegenstelling tot de islam wat gepaard gaat met rouw en gehuil.”(…)
“Opmerking rapporteur: ik leg de vraag beter uit en vraag meneer [eiser] waarom hij zich niet heeft verdiept in andere religies gelet op zijn eerdere vervelende ervaringen met de islam.
Het christendom kwam op mijn pad en ik was niet op zoek naar een andere religie. Door een aantal gebeurtenissen kwam dit op mijn pad maar ik was niet specifiek op zoek naar het christendom. Ik dacht dat alle religies hetzelfde zijn en ik kon niet geloven dat een religie een bepaalde baat bij je kan hebben. Toen ik christen was geworden werden veel zaken mij helder. In de islamitische wereld kent veel geweld terwijl dit in de christelijke samenleving niet het geval is.”
Pagina 17
“U noemt dat de islamitische wereld veel geweld kent. Het christendom kent ook dergelijke gebeurtenissen. Vreest u niet voor dezelfde teleurstelling/bezwaren binnen het christendom als waarvoor u de islam heeft verlaten?(…) In de koran worden sommige stukken verteld dat je een ongelovige mag vermoorden. Als u de vier evangeliën leest over het leven van Jezus dan zie je geen sporen van geweld. Er wordt gesproken over vrede en Jezus heeft nooit iemand veroordeeld.
Heeft u nagedacht over de nadelen van uw bekering tot het christendom?Eerlijk gezegd wel. (…) Doordat ik christen ben geworden heb ik veel problemen gekend. Ik zal ook niet vluchten voor de problemen die zullen komen.(…)
Wat bedoelt u precies met de problemen die u heeft gekend ?Geïsoleerd door mijn familie en gezin ondanks de jarenlange studie die ik heb gedaan. (…) Misschien is het normaal in veel landen maar vanuit de Iraanse cultuur is het voor een welvarende familie iets wat niet goed is. In mijn ogen is dat niet erg. Voor het leven met christus accepteer ik elk probleem.”Pagina 15“U bent al ruim een jaar aangesloten bij deze groep. Ik kan me voorstellen dat u enige tijd nodig heeft om zaken te leren maar op welk moment bent u dan klaar om gedoopt te worden?Zoals ik al zei was ik niet enkel op zoek om gedoopt te worden. Dat heb ik ook overgelaten aan de dominee. Ik laat me dopen als het moment daar is. Voor mij is het belangrijk om als christen door het leven te gaan. Het moet uit de grond van mijn hart komen.
U noemt dat het uit de grond van uw hart komen en u laat het moment aan de dominee over. Wellicht heb ik het verkeer maar het klinkt alsof u dan nog niet helemaal overtuigd bent. Kunt u dit beter toelichten ?Nee. Ik heb geen twijfels. Hoewel ik na mijn bekering wel veel problemen heb ondervonden weerhoudt mij dat niet om als een christen te leven en mijn interesse te tonen.”
De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van eiser blijkt dat hij heeft nagedacht over wat voor hem het verschil is tussen de islamitische geloofsbeleving en de beleving van het christelijk geloof en hij heeft daarbij elementen uit beide geloofsbelevingen tegenover elkaar gezet. Ook geven zijn verklaringen er blijk van dat hij heeft nagedacht over de negatieve gevolgen die de bekering tot het christelijk geloof voor hemzelf hebben, in relatie tot zijn cultuur en zijn familie. Desondanks verklaart hij te hebben gekozen voor het christelijk geloof en de problemen die daaruit voor hem voortvloeien, te accepteren. Zonder nadere motivering - die ontbreekt - heeft verweerder zich niet op het standpunt kunnen stellen dat niet blijkt dat aan de bekering een weloverwogen keuze ten grondslag heeft gelegen. Dat eiser zonder twijfel heeft gekozen voor het christelijk geloof maakt, zonder nadere motivering - die ontbreekt - niet dat de bekering ongeloofwaardig moet worden geacht. Immers, eiser heeft verklaard dat hij zich heeft gerealiseerd welke problemen dit voor hem zou gaan opleveren, maar hij heeft besloten dat te accepteren. De rechtbank concludeert dat het standpunt van verweerder onder 6.3 op een ondeugdelijke motivering berust.
6.5
Verweerder heeft tenslotte overwogen dat eisers verklaringen over de betekenis van het christendom voor hem persoonlijk niet voldoende duidelijk zijn toegelicht. Eiser heeft niet onderbouwd waarom hij juist door de ontvangst in de kerk in Nederland om is gegaan.
6.6
De rechtbank kan verweerder niet in dit standpunt volgen en haalt de volgende verklaringen van eiser aan uit het nader gehoor.
Pagina 18
“Welke betekenis geeft u aan uw leven nadat u zichzelf ziet als christen?
Allereerst de rust die nu in mijn leven bestaat. Ik hecht geen waarde meer aan materialisme [uit]. Daar haal ik geen voldoening uit. Ook in mijn leven is er veel veranderd. Als iemand mij iets aandeed dan beantwoorde ik dit met veel wroeging. Als ik nu op de meest slechte manier word behandeld dan reageer ik heel rustig. Ik probeer met mensen te praten en ik ga ook voor ze bidden. In het verleden was ik afgunstig als iemand succesvol was en progressie had gemaakt. Nu ben ik net zo blij als de persoon zelf. Er is dus veel veranderd. Als u wil kan ik u dat vertellen.
U noemt dat u anders was toen u de islam aanhing. Waarom heeft u deze verandering juist te danken aan het christendom denkt u?
De rust en vrede uit het christendom heeft mij veranderd. Ik probeer altijd een goede volgeling van christus te zijn.
Op welke wijze is deze gedragsverandering precies tot stand te komen?
Deze veranderingen zijn niet plotseling ontstaat maar het ging geleidelijk. Ik maakte kennis met het christendom en door het beter leren kennen van christus is mijn gedrag juist veranderd. De slechte gewoontes hebben plaats gemaakt door de goede gewoontes.
Welke elementen zorgde ervoor dat deze slechte gewoontes plaats hebben
gemaakt voor goede gewoontes?
Het voor willen stellen van het leven van christus en de wijze waarop christen[en] zich gedragen.
Kunt u daar een concreet voorbeeld van noemen?
Christus zegt zelf dat je je zodanig moet opstellen dat als iemand je een klap in je gezicht geeft dat je bidt. Veel andere uitspraken van christus die vol zitten met liefde en vergiffenis.
Is het christendom belangrijk voor u?
Het is het belangrijkste voor mij in mijn leven.”
Pagina 19
“Waarom is religie zo belangrijk voor u?
Allereerst is het christendom geen religie maar een juiste manier van leven. De enige weg om tot God de vader te komen. Vanwege de geweldige effecten die ik heb opgemerkt en omdat dit de enige manier is om tot reinheid en het eeuwige leven te komen. De veranderingen in mijn leven tot stand zijn gekomen evenals de liefde. Er is geen vervanging voor mij.
Ziet u het als uw taak om andere te evangeliseren?
Jazeker.
Kunt u toelichten waarom?
Omdat christus zelf heeft gezegd dat evangelisatie een taak van ons alle is. Van de hele wereld moet een volgeling van Jezus gemaakt worden. Ik denk dat als ooit de hele wereld christen wordt dan zal het mooi worden. Er is dan geen plek voor oorlog en bloed vergieten.”
Pagina 14
“(…) Die bijeenkomsten van de kerkdiensten was voor mij zowel schokkend als interessant. Het ging gepaard met zang en liederen. In Iran staat bidden en muziek op twee verschillende posities. Ik heb echt genoten van de bijeenkomst. Daar maakte ik kennis met twee Iraniërs die naar de Nederlandse kerkdiensten waren gekomen.(…)Vanaf wanneer bent u zichzelf als christen gaan zien?
Het feit dat ik deelnam aan een bijeenkomst. Het was een warme bijeenkomst van Iraniërs. Dus mensen met aanleg voor cultuur. Ik had mijn interesse kenbaar gemaakt bij de dominee om als christen te willen leven.”
Zonder nadere motivering - die ontbreekt - is de conclusie van verweerder dat eiser met de hiervoor weergegeven verklaringen niet voldoende duidelijk heeft toegelicht wat de betekenis is van het christendom voor hem persoonlijk, niet begrijpelijk. Hetzelfde geldt voor de conclusie dat eiser niet heeft onderbouwd waarom hij juist door de ontvangst in de kerk in Nederland is “om” gegaan. De verklaringen van eiser daarvoor kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet los worden gezien van de hiervoor vermelde verklaringen van eiser over de leegte die hij ervaarde alsook het isolement binnen zijn familie nadat hij zich had afgewend van de islam, en de verklaringen over de reden waarom het christendom zijn interesse heeft gewekt. Uit de motivering van het bestreden besluit op bladzijde 3 blijkt niet dat verweerder de verklaringen van eiser in hun onderlinge verband heeft beoordeeld. De rechtbank concludeert dat verweerders standpunt dat eiser het proces tot bekering niet inzichtelijk heeft gemaakt, ondeugdelijk is gemotiveerd. Ook deze beroepsgrond slaagt.
7. Eiser voert aan dat verweerder in het bestreden besluit onvoldoende is ingegaan op hetgeen hij heeft aangevoerd in de zienswijze ten aanzien van zijn feitenkennis en de kerkgang. Eiser heeft immers uitgelegd dat zijn antwoorden over de feitenkennis verder gaan dan alleen het opnoemen van de feiten. Hij heeft deze kennis op een door hem zelf geïnterpreteerde wijze uitgelegd. Eiser heeft daarmee blijk gegeven van kennis dat is geïntegreerd in zijn denken en gedrag.
7.1
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat, hoewel eiser kennis van het christendom heeft opgedaan en actief is in de kerk in Nederland, dit nog niet duidt op een diepgewortelde overtuiging, omdat de verklaringen van eiser over motieven voor en proces van bekering ontoereikend zijn.
7.2
Nu uit de rechtsoverwegingen 4.4, 5.3, 6.2, 6.4 en 6.6 volgt dat de conclusie van verweerder dat het relevante element “bekering tot het christendom” ongeloofwaardig is omdat de verklaringen van eiser over zijn motieven voor en het proces van bekering onvoldoende zijn, op een ondeugdelijke motivering berust, oordeelt de rechtbank dat het standpunt van verweerder onder 7.1 evenzeer op een ondeugdelijke motivering berust en daarom geen stand kan houden. Ook deze beroepsgrond slaagt.
8. Uit het voorgaande volgt dat verweerders motivering met betrekking tot de ongeloofwaardigheid van de bekering van eiser geen stand kan houden. Reeds hierom kan verweerders standpunt dat de problemen van eiser met zijn familie (relevant element 3) eveneens ongeloofwaardig zijn, evenmin stand houden.
9. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder moet opnieuw beslissen op de asielaanvraag van eiser met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
10. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 990,- (1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt € 495,-, wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep
- verklaart het beroep gegrond; - vernietigt het bestreden besluit; - draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van eiser met inachtneming van deze uitspraak; - veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 990,- te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.O.P Roché, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Pirs, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2017.
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:
Coll:

Rechtsmiddel