ECLI:NL:RBDHA:2017:1929
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard op basis van Dublinverordening en internationale bescherming in Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Syrische vrouw geboren in 1997, heeft op 15 december 2016 een asielaanvraag ingediend in Nederland, nadat zij zich op 13 december 2016 had gemeld in het AZC in Ter Apel. Eiseres heeft een verblijfsvergunning asiel in Duitsland, maar vreesde terug te moeten naar Duitsland vanwege haar ex-man, die haar daar zou kunnen vinden. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag van eiseres op 2 januari 2017 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres al internationale bescherming geniet in Duitsland. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet direct terug hoeft naar Duitsland.
Tijdens de zitting op 18 januari 2017 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres in Duitsland verblijfsrecht heeft op basis van een geldige verblijfsvergunning en dat de Dublinverordening van toepassing is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in Duitsland bescherming kan krijgen tegen de gevaren die zij vreest van haar ex-man. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvraag van eiseres op grond van artikel 30a, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet niet-ontvankelijk kon worden verklaard, omdat eiseres al asiel in Duitsland heeft.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen één week hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.