3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Aangifte [aangever 1 ]
Op 8 september 2016 heeft [aangever 1 ] , gevestigd aan de [adres] , aangifte gedaan van vernieling van meerdere banken en stoelen. Aangever heeft verklaard dat hij op 6 september 2016 zag dat bij meerdere banken een scheur in de bekleding zat, mogelijk veroorzaakt door een scherp voorwerp. Bij de aangifte zijn foto’s gevoegd van de vernielde banken. Naar aanleiding van de aangetroffen vernielingen heeft aangever de camerabeelden van de dagen vóór 6 september 2016 bekeken. Op deze camerabeelden heeft aangever gezien dat er op 3 september 2016 tussen 13:30 uur en 14:00 uur een oudere vrouw langs verschillende banken is gelopen en dat zij daarbij telkens een beweging heeft gemaakt met haar hand. De banken waar de vrouw langs is gelopen zijn vernield.
Ter terechtzitting heeft [aangever 2 ] verklaard dat er in totaal 29 banken en stoelen zijn vernield.
Camerabeelden [aangever 1 ] .
In de winkel hangen op verschillende plekken camera’s. Op de camerabeelden met beschrijving IMG 0738. jpg is zien dat er een oudere vrouw, die een waggelende manier van lopen heeft, de winkel binnen komt. In haar linkerhand heeft de vrouw een handtas vast.
Op de camerabeelden met beschrijving IMG 0737. jpg zijn verschillende meubelopstellingen in de winkel te zien. Op deze camerabeelden is dezelfde vrouw te zien. De vrouw staat op dat moment voor een lange lichtkleurige bank voorover gebukt. De vrouw beweegt haar bovenlichaam, draait naar rechts en beweegt met haar rechterarm vanuit de richting van de bank naar zich toe. Hierna vervolgt de vrouw haar weg in de richting van een andere lichtgekleurde bank waar – vanuit de camerapositie gezien – een dressoir voor staat. De vrouw buigt haar bovenlichaam naar voren en strekt haar rechterarm uit in de richting van de bank, waarna zij haar arm weer terughaalt in de richting van haar lichaam. De vrouw blijft vervolgens bij de bank staan en kijkt wat om zich heen. Verschillende personen passeren hierna de vrouw. Net nadat een jonge vrouw de bank is gepasseerd stapt de vrouw in de richting van de bank en maakt met haar rechterarm een beweging aan de achterzijde van de bank van rechts naar links. De vrouw raakt hierbij de achterzijde van een kussen van de bank. Op de camerabeelden is te zien dat het kussen met rukken heen en weer gaat. Aangever heeft verklaard dat onder meer deze bank kapot is gesneden.
Op camerabeelden met beschrijving 0739. jpg is te zien dat deze vrouw samen met een aantal andere personen rechtsboven in beeld komt. De vrouw loopt vervolgens in de richting van een donkerkleurig bankstel en maakt met haar rechterarm een beweging, waarna zij haar arm weer terughaalt langs haar lichaam. Aangever heeft verklaard dat ook deze bank beschadigd is.
Tot slot is op de camerabeelden met beschrijving 0740.jpg te zien dat deze vrouw langs een donkerkleurige fauteuil loopt, waarbij zij in de richting van de camera kijkt.
Identiteit verdachte
Aangever heeft de politie geattendeerd op een artikel geplaatst in het vakblad Meubel over een vrouw die ook wel ‘de meubelripper’ werd genoemd en die soortgelijke vernielingen heeft aangericht in verschillende woonwinkels. Hierop heeft [verbalisant 4 ] via internet gezocht op de naam ‘meubelripper’, waarna hij uitkwam bij een destijds 72-jarige vrouw die werd aangeduid met de naam [verdachte] Nader onderzoek in de politiesystemen wees uit dat met [verdachte] verdachte werd bedoeld.
Herkenning verdachte
[verbalisant 1 ] heeft verklaard dat hij verdachte, die zich op dat moment in de ophoudcel bevond, herkende als de vrouw die op de beelden van [aangever 1 ] te zien is. Hij heeft haar herkend aan haar houding, haar lengte, haar gezette bouw, haar neus en haar waggelende manier van lopen.
[verbalisant 2 ] heeft verklaard dat hij verdachte heeft opgehaald bij het politiebureau in Eindhoven en haar heeft overgebracht naar het bureau in Gouda. [verbalisant 2 ] heeft verklaard dat hij de vrouw die is te zien op de camerabeelden van [aangever 1 ] herkende als verdachte. Hij herkende haar aan haar gedrongen postuur, haar hoge kalende voorhoofd, haar dunne haar en haar trage manier van lopen.
[verbalisant 3 ] heeft verklaard dat hij, nadat hij verdachte heeft gezien bij de ophoudcellen, haar herkende als de vrouw die hij op de camerabeelden van [aangever 1 ] heeft gezien. Hij herkende haar aan de wijze waarop zij liep: de voeten naar buiten gekeerd, moeizaam en waggelend. Daarnaast herkende [verbalisant 3 ] verdachte aan haar postuur en haar dunne grijzende haren.
Onderzoek OV-chipkaart
Uit onderzoek is gebleken dat op naam van verdachte een OV-chipkaart geregistreerd staat met het [OV nummer] . Deze OV-chipkaart is tijdens de insluitingsfouillering ook bij verdachte aangetroffen. Uit de OV-chipkaartgegevens is gebleken dat er op 3 september 2016 om 09:42 uur is ingecheckt op de [adres] in Eindhoven. Deze halte ligt op loopafstand van de woning van verdachte. Om 09:52 uur is er uitgecheckt bij station Eindhoven. Om 20:39 uur die dag is er weer ingecheckt bij station Eindhoven waarna er tenslotte om 20:47 uur werd uitgecheckt op de [adres] in Eindhoven. In de tussenliggende periode is met Arriva gereisd tussen Alphen aan den Rijn en Ter Aar. Om 12:29 uur is er ingecheckt bij het treinstation Alphen aan den Rijn en om 12:57 uur is er uitgecheckt bij de halte aan de Aardamseweg in Ter Aar. Om 16:16 uur werd er vervolgens weer ingecheckt en om 16:37 uur weer uitgecheckt bij treinstation Alphen aan den Rijn.
Door [verbalisant 4 ] is onderzocht wat de afstand is tussen de halte Aardamseweg te Ter Aar en de [aangever 1 ] aan [adres] . De afstand tussen de bushalte en de [aangever 1 ] . is ongeveer 1,1 kilometer.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat het verdachte is geweest die bij de [aangever 1 ] in Ter Aar op 3 september 2016 aanwezig is geweest. Uit de OV-chipkaartgegevens van verdachte blijkt dat zij op die dag van Eindhoven naar Ter Aar gereisd en dat zij vlakbij de woonwinkel is uitgestapt. Het tijdstip waarop zij is uitgestapt komt daarbij overeen met het tijdstip dat aangever verdachte heeft gezien in de woonwinkel. Daarnaast heeft de rechtbank ter zitting de camerabeelden bekeken en heeft de rechtbank de persoon op de beelden herkend als verdachte. Op deze camerabeelden is te zien dat verdachte meermalen een beweging maakt in de richting van verschillende banken, waaronder twee banken die later beschadigd zijn aangetroffen.
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, feit 1 wettig en overtuigend bewezen.
Op 30 september 2016 heeft [aangever 2 ] ., gevestigd aan de [adres] aangifte gedaan van vernieling van elf leren banken.
[getuige] , werkzaam bij woonwinkel [aangever 2 ] , heeft op 4 oktober 2016 verklaard dat zij op 24 september 2016 aan het werk was op de afdeling modern. Zij zag die ochtend een vrouw de winkel binnenlopen. Deze vrouw volgde niet de logische route in de winkel, maar wurmde zich tussen de verschillende opstellingen door. [getuige] heeft verklaard dat de vrouw verschillende keren kort op een bank is gaan zitten. Daarbij heeft zij niet gezien dat de vrouw stekende bewegingen richting de bank heeft gemaakt. Wel heeft zij gezien dat de vrouw langs alle vernielde banken is gelopen. [getuige] heeft de vrouw omschreven als 70 jaar oud met kort grijs/wit haar, een vol gezicht, een gezet postuur en een kobalt blauw jack.
Op 1 november 2016 heeft [getuige] verklaard, nadat haar een foto is getoond van verdachte, dat de vrouw op de foto de vrouw is die zij op 24 september 2016 in de winkel heeft gezien.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier daarmee onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat het verdachte is geweest die de vernielingen in woonwinkel [aangever 2 ] heeft aangebracht. Het feit dat verdachte door een winkelmedewerkster, op basis van een enkelvoudige fotoconfrontatie is herkend, is daartoe niet voldoende. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van dit feit.