ECLI:NL:RBDHA:2017:1790
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Diepenhorst
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om contra-expertise documentenonderzoek in asielprocedure
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, beroep ingesteld tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 6 oktober 2016. Dit besluit weigerde toestemming voor het laten verrichten van een contra-expertise documentenonderzoek naar de identiteitskaart van eiser. De behandeling van het beroep vond plaats op 13 februari 2017, waarbij eisers ter zitting verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank de zaak beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat de eisers aan hun asielaanvraag een identiteitskaart hebben overgelegd, die door de Koninklijke Marechaussee als vervalst is aangemerkt. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze bevindingen meegenomen in de voornemens tot afwijzing van de asielaanvragen van eisers. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris geen gevolgen heeft verbonden aan de uitkomst van het documentenonderzoek in de asielprocedure. Hierdoor hebben eisers geen belang bij het laten verrichten van een contra-expertise, wat leidt tot de conclusie dat er ook geen belang is bij de beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Diepenhorst, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Loonstra, griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.