ECLI:NL:RBDHA:2017:16750
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen afwijzing verzoeken tot vermindering van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoeken tot vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2011 tot en met 2014. Eiser, die van 1 juli 1982 tot 30 juni 1994 in Duitsland woonde, ontving in Nederland een wettelijk ouderdomspensioen (Altersrente) uit Duitsland. Hij heeft deze inkomsten aangegeven in zijn aangiften voor de betreffende jaren en verzocht om voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur van de Belastingdienst heeft echter de verzoeken tot vermindering van de definitieve aanslagen afgewezen, wat heeft geleid tot het indienen van bezwaar door eiser.
De rechtbank heeft op 14 december 2017 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 30 november 2017 was eiser aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door twee personen. De rechtbank heeft overwogen dat de Altersrente volledig in de Nederlandse heffingsgrondslag moet worden betrokken, omdat deze als een periodieke uitkering wordt aangemerkt volgens de Wet inkomstenbelasting 2001. Eiser stelde dat 42% van de Altersrente vrijgesteld zou moeten worden, maar de rechtbank oordeelde dat de wet geen ruimte biedt voor een gedeeltelijke vrijstelling.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en benadrukt dat de rechter zich moet houden aan de wet en niet de billijkheid ervan kan beoordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.