ECLI:NL:RBDHA:2017:16740
Rechtbank Den Haag
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde na verstek
Op 24 oktober 2017 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag in een civiele zaak uitspraak gedaan over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. De eisende partij, bestaande uit vier eisers, heeft een vordering ingediend tegen twee gedaagden, waarbij de tweede gedaagde in haar hoedanigheid als borgsteller is betrokken. De gedaagde partijen zijn niet verschenen op de zitting en hebben ook niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor de kantonrechter verstek heeft verleend.
De kantonrechter heeft de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en gedaagde partij sub 1 veroordeeld om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het vonnis te verlaten en te ontruimen. Daarnaast is gedaagde partij sub 1 veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3133,65, vermeerderd met wettelijke rente, en een maandelijks bedrag van € 615,37 voor elke maand dat het gehuurde na 1 november 2017 in bezit blijft. Gedaagde partij sub 2 is eveneens veroordeeld tot betaling van eenzelfde bedrag, met een maximum van € 3.500,00.
De kantonrechter heeft verder de kosten van het geding aan gedaagde partij sub 1 opgelegd, vastgesteld op € 455,11, inclusief een vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is, en heeft de wettelijke rente toegewezen zoals vermeld in het vonnis. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C.M. Derijks, kantonrechter.