In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de besloten vennootschap Ayers Rock Island B.V. [eiseres] vorderde schadevergoeding van Ayers Rock wegens pensioenschade die zij zou hebben geleden na haar afmelding bij het Pensioenfonds. De procedure volgde na een vaststellingsovereenkomst die op 30 april 2015 was gesloten, waarin partijen elkaar finale kwijting verleenden. De kern van het geschil was of deze finale kwijting ook de pensioenschade omvatte die [eiseres] had geleden door het niet langer deelnemen aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds na 4 december 2013.
De kantonrechter oordeelde dat Ayers Rock, hoewel niet langer verplicht om deel te nemen aan de pensioenregeling, als goed werkgever [eiseres] op de hoogte had moeten stellen van de beëindiging van de pensioenregeling. Dit had [eiseres] in staat gesteld om zelf een vervangende pensioenvoorziening te treffen. De kantonrechter oordeelde dat Ayers Rock tekort was geschoten in haar werkgeversverplichtingen, waardoor [eiseres] gerechtigd was tot het vorderen van schadevergoeding.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] tot schadevergoeding van € 6.376,48 bruto toegewezen, evenals de vergoeding van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 833,00. Ayers Rock werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers met betrekking tot pensioenregelingen en de noodzaak om werknemers tijdig te informeren over wijzigingen die hen aangaan.