Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
in conventie
3.De beslissing
op 17 januari 2018
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, betreft het een geschil tussen een man en een vrouw over de financiële afwikkeling van hun samenlevingsrelatie. De rechtbank heeft op 27 december 2017 een tussenvonnis uitgesproken, waarin de man is toegelaten tot het leveren van bewijs omtrent de afspraken die partijen in hun samenlevingscontract hebben gemaakt over de inboedel. De man heeft gesteld dat de afspraken zijn gemaakt om de inboedel veilig te stellen voor verhaal door schuldeisers, terwijl de vrouw betoogt dat de afspraken zijn gemaakt omdat zij de man jarenlang heeft gefinancierd en zijn mantelzorger was. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen, waaronder zichzelf en een derde, om zijn stellingen te onderbouwen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de partijen ernaar moeten streven om de getuigenverhoren op één dag te laten plaatsvinden. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen in zowel conventie als reconventie.