ECLI:NL:RBDHA:2017:16540

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 maart 2017
Publicatiedatum
19 juni 2018
Zaaknummer
5439129 RL EXPL 16-28206
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontruiming van huurwoning wegens overlast door blaffende honden en motorzaaggebruik

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 29 maart 2017, staat de ontbinding van de huurovereenkomst tussen de Stichting Vestia en de gedaagden centraal. Vestia, de verhuurder, heeft de gedaagden aangeklaagd wegens overlast die zij zouden veroorzaken, met name door blaffende honden en het frequent gebruik van een motorzaag. De zaak is ontstaan na klachten van buurtbewoners over geluidsoverlast, die door Vestia zijn verzameld en gepresenteerd in een geluidsonderzoek. Dit onderzoek, uitgevoerd door een extern bedrijf, concludeerde dat de gedaagden zich schuldig maakten aan ontoelaatbare geluidshinder. Vestia vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, terwijl de gedaagden de beschuldigingen ontkenden en stelden dat de klachten voornamelijk afkomstig waren van een buurvrouw met wie zij een conflict hadden.

De kantonrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat Vestia onvoldoende bewijs heeft geleverd van de gestelde overlast. De rechter wees op de mogelijkheid dat de buurvrouw de resultaten van het geluidsonderzoek heeft beïnvloed, en dat de gedaagden tegenbewijs hebben geleverd in de vorm van verklaringen van andere buurtbewoners. De rechter heeft Vestia de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van de gestelde overlast, specifiek gericht op de geluidsoverlast door het blaffen van de honden en het gebruik van de motorzaag. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Vestia in de gelegenheid wordt gesteld om getuigen voor te brengen.

Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral in geschillen tussen huurders en verhuurders, en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Gravenhage
AJJ
zaaknummer: 5439129 RL EXPL 16-28206
29 maart 2017
Vonnis in de zaak van:
de stichting
Stichting Vestia,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres, verder te noemen Vestia,
gemachtigde: mr. M.S.H.M. van Woerkom,
tegen
[gedaagde 1]
en
[gedaagde 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, verder te noemen [gedaagden] en afzonderlijk [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
gemachtigde: mr. L. Faouzi.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 5 oktober 2016, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de producties van partijen.
1.2.
Op 2 februari 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarbij namens Vestia is verschenen [betrokkene] , [functie] , bijgestaan door de gemachtigde. Gedaagden zijn verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Ter zitting is een datum bepaald voor een descente. Op 14 februari 2017 heeft de descente plaatsgevonden.
1.3.
Het vonnis is bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
2.1.
Vestia verhuurt sinds 1 maart 2007 de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] (hierna: het gehuurde), tegen een huurprijs van (laatstelijk) € 660,31 per maand inclusief. [gedaagde 1] bewoont de gehuurde woning samen met haar zoon [gedaagde 2] .
Van de huurovereenkomst maken deel uit de algemene huurvoorwaarden, waarin onder meer is bepaald dat de huurder zich als goed huurder dienen te gedragen (artikel 9).
2.2.
Bij brief van 5 september 2016 deelt [betrokkene] namens Vestia onder meer het volgende aan [gedaagde 1] mede:
‘Zoals u weet hebben bewoners uit uw woonomgeving klachten ingediend over de overlast die u veroorzaakt. Het gaat hier om geluidsoverlast door uw honden en het gooien met deuren. Wij hebben u zowel schriftelijk als persoonlijk gevraagd om de overlast te stoppen. Toch blijven wij nog steeds klachten ontvangen. (…)
Geluidsmeting
Uiteindelijk hebben wij een extern bedrijf ingehuurd om de geluidsoverlast objectief te maken. Dit onderzoek is op 20 juli 2016 van start gegaan en heeft 2 weken lang geduurd. Het bedrijf Geluidconsult heeft een aantal apparaten in de woning van uw buurvrouw geplaatst om de geluidsoverlast te meten. Daar zijn de volgende resultaten uit gekomen:
  • De blaftijd van de honden overschrijdt meermalen de limiet;
  • Er wordt praktisch ieder dag gesnoeid met een motorzaag. Er worden grenswaarden van 50dB met 5 a 10dB door u overschreden;
  • De klachten over de slaande deuren worden wel bevestigd, maar overschrijden volgens ons onderzoek niet de grenswaarden.
(…)
Conclusie en maatregelen
Uit het onderzoek is gebleken dat u burengeluid produceert dat geklasseerd wordt als klasse 3: Ontoelaatbare geluidhinder en lawaai. (…)
U bent echter van mening dat alle meldingen onterecht zijn en weigert verdere medewerking. (…)’

3.Het geschil

3.1.
Vestia vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, (samengevat) primair ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen en ontruiming van het gehuurde, en
subsidiair tot het nemen van maatregelen als genoemd in de dagvaarding.
3.2.
Vestia legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagden] overlast veroorzaken en zich niet gedragen zoals een goed huurder betaamt als bedoeld in artikel 7:213 BW. Buurtbewoners ondervinden al geruime tijd ernstige overlast van [gedaagden] en de situatie is thans onhoudbaar. De overlast bestaat uit geluidsoverlast veroorzaakt door het lang blaffen van de honden. Daarnaast is sprake van het gooien met deuren, wordt praktisch iedere dag gesnoeid met een lawaaiige benzinemotor/motorzaag en wordt hondenpoep door gedaagden niet opgeruimd. De overlast duurt al vele jaren en blijft voortduren ondanks pogingen van Vestia, buurtbemiddeling en politie om de overlast te stoppen.
3.3.
[gedaagden] ontkennen dat zij overlast veroorzaken. De klachten komen voornamelijk van de bewoner van [adres] , mevrouw [betrokkene 1] , waarmee [gedaagden] al een lange tijd een moeizame relatie hebben. Zij heeft andere bewoners tegen [gedaagden] opgezet. Het geluidsonderzoek is vanuit de woning aan de [adres] uitgevoerd; dit geeft een vertekend beeld omdat mevrouw [betrokkene 1] mogelijk de resultaten heeft beïnvloed. Dat de honden geen overlast veroorzaken wordt bevestigd door veel buurtbewoners, van wie [gedaagden] verklaringen hebben overgelegd.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagden] zich schuldig maken aan de door Vestia gestelde overlast.
4.2.
[gedaagden] hebben de gestelde overlast gemotiveerd betwist en de kantonrechter is van oordeel dat Vestia daartegenover vooralsnog onvoldoende bewijs heeft geleverd van de gestelde overlast. Het geluidsonderzoek heeft plaatsgevonden vanuit de woning van mevrouw [betrokkene 1] , de bewoner van [adres] , met wie [gedaagden] al geruime tijd een moeizame relatie hebben. Niet kan worden uitgesloten dat – zoals [gedaagden] stellen – de buurvrouw de resultaten van dit onderzoek op enigerlei wijze heeft beïnvloed. Verder zijn door Vestia klachtformulieren overgelegd waaruit de overlast moet blijken, maar [gedaagden] hebben daartegenover andersluidende verklaringen ingediend.
4.3.
Dit leidt ertoe dat, conform de hoofdregel van artikel 150 Rv, Vestia bewijs dient te leveren van de gestelde overlast, zodat zij daartoe de gelegenheid zal krijgen. De bewijsopdracht blijft beperkt tot de gestelde geluidsoverlast vanuit het gehuurde. Andere zaken die [gedaagden] worden verweten – een aantal van de omwonenden klaagt over het niet opruimen van hondenpoep en geblaf op straat – kunnen niet worden aangemerkt als een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst.
4.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
De beslissing
De kantonrechter:
laat Vestia toe tot bewijs van haar stelling dat [gedaagden] overlast veroorzaken bestaande uit geluidsoverlast door het lang blaffen door de honden, het gooien met deuren en het snoeien met een (benzine)motorzaag;
verwijst de zaak naar de rolzitting van deze rechtbank, team kanton Den Haag, van 26 april 2017 teneinde Vestia in de gelegenheid te stellen zich uit te laten of zij bewijs wenst te leveren en indien zij zulks wenst te doen door het voorbrengen van getuigen, onder opgave van de namen en woonplaatsen van de getuigen alsmede de verhinderdata van haarzelf, de getuigen en de wederpartij voor de maanden mei, juni en juli 2017; eventueel voor te brengen getuigen worden op deze rolzitting nog niet gehoord;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Japenga en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2017.