Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- het in de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 maart 2011 tezamen en in vereniging met [bedrijf 3] gebruik maken van een tweetal valse overeenkomsten met [bedrijf 3] (feit 1, primair), facturen afkomstig van [bedrijf 3] (feit 2, primair) en facturen aan klanten van [bedrijf ] B.V. (feit 3, primair);
- het in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 tezamen en in vereniging met [bedrijf 2] B.V. onttrekken van een bedrag van € 837.384,-- aan de boedel ter verkorting van rechten van de schuldeisers (feit 4, primair).
3.Overwegingen
- verdachte was in het handelsregister ingeschreven als bestuurder van [bedrijf ] B.V.;
- verdachte ontving een managementvergoeding van [bedrijf ] B.V.;
- werknemers van [bedrijf ] B.V. verklaren dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de feitelijk leidinggevenden waren;
- verdachte hield zich bezig met personeelszaken en verzekeringen bij [bedrijf ] ;
- de heer [getuige 1] van de ANVR beschouwde verdachte als feitelijk leidinggevende.
tot 2007feitelijk leidinggevende is geweest van [bedrijf ] B.V. Zij was immers middellijk bestuurder en indirect aandeelhouder van [bedrijf ] B.V. Ze had een betaalde directiefunctie, zij was verantwoordelijk voor de administratie en aanspreekpunt voor personeel en externe partijen. Echter alle personeelsleden van [bedrijf ] B.V. hebben verklaard dat verdachte vanaf 2007 niet in operationele noch feitelijke zin betrokken was bij [bedrijf ] B.V. De werkzaamheden die verdachte eerst uitvoerde, werden vanaf die periode uitgevoerd door [betrokkene] . Dit ondersteunt de verklaring van verdachte ter zitting dat zij zich vanaf toen alleen nog bezig hield met werkzaamheden voor het restaurant [bedrijf 4] .