ECLI:NL:RBDHA:2017:16350

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2017
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
C/09/534149 KG RK 17-1053
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure tegen college van burgemeester en wethouders van Rijswijk

In deze zaak betreft het een wrakingsverzoek dat door verzoeker is ingediend tegen mr. N.S.M. Lubbe, rechter in de rechtbank Den Haag. Het wrakingsverzoek is ingediend in het kader van een procedure die verzoeker had aangespannen tegen het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Op 17 mei 2017 vond er een zitting plaats in deze procedure, waarover een proces-verbaal is opgemaakt. Verzoeker heeft op 18 mei 2017 de wraking aangevraagd, maar heeft op 20 juni 2017 aangegeven dat hij afziet van deze wraking. De wrakingskamer heeft op 26 juni 2017 het wrakingsverzoek behandeld, maar er was niemand verschenen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek is ingetrokken en heeft besloten het verzoek niet inhoudelijk te behandelen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 juni 2017 en is gegeven door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing

WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG

Meervoudige wrakingskamer
Wrakingnummer 2017/33
zaak-/rekestnummer: C/09/534149 KG RK 17-1053
kenmerk: SGR AWB 16/3383 + 17/954
datum beschikking: 30 juni 2017
BESLISSING
op het schriftelijke verzoek tot wraking ingevolge artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht, in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. N.S.M. Lubbe,
rechter in de rechtbank Den Haag.
Belanghebbende in deze procedure is:
het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, verweerder in de hoofdzaak.

1.De voorgeschiedenis en het procesverloop

Op 17 mei 2017 is in de procedure van verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk een zitting geweest, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Bij brief van 18 mei 2017 heeft verzoeker de rechter gewraakt.
De rechter heeft per brief gedateerd 19 juni 2016 (opmerking wrakingskamer: bedoeld zal zijn 2017) op het wrakingsverzoek gereageerd.
Verzoeker heeft op 20 juni 2017 een brief gestuurd, waarin hij aangeeft dat hij afziet van de wraking.

2.De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek

Op 26 juni 2017 is het wrakingsverzoek ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Daarbij is niemand verschenen.

3.De beoordeling

Verzoeker heeft in de brief van 20 juni 2017 aangegeven dat hij afziet van de door hem verzochte wraking. De wrakingskamer zal het aanvankelijk door verzoeker ingediende wrakingsverzoek dan ook niet inhoudelijk behandelen nu zij verstaat dat het is ingetrokken.

4.De beslissing

De wrakingskamer:
- verstaat dat verzoeker zijn wrakingsverzoek heeft ingetrokken.
- beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 8:18, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegezonden aan:
• de verzoeker;
• verweerder in de hoofdzaak;
• de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. G.P. Verbeek, T.F. Hesselink en E.F. Brinkman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.F. Ritmeijer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2017.