ECLI:NL:RBDHA:2017:16348
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen de kantonrechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was in een civiele procedure, had de kantonrechter mr. E.A.W. Schippers gewraakt op basis van vermeende partijdigheid. Tijdens een comparitie van partijen op 20 juni 2017 had de kantonrechter verzoeker aangesproken op zijn luide toon en ongepast gedrag. Verzoeker stelde dat de kantonrechter hem beledigd en geïntimideerd had, en dat er sprake was van onderscheid naar ras en kleur. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. De kantonrechter had de orde in de zittingszaal moeten handhaven en had dit naar behoren gedaan. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor de vrees dat de kantonrechter partijdig was, en wees het verzoek tot wraking af. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.