ECLI:NL:RBDHA:2017:16289
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse nationaliteit op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 december 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in Algerije, had op 25 november 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, onder verwijzing naar het feit dat Algerije wordt aangemerkt als een veilig land van herkomst. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat hij vanwege zijn Kabyl-afkomst wordt gediscrimineerd en dat hij geen bescherming kan krijgen van de politie, omdat zijn herkomstgebied onder controle staat van het leger.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Algerije in zijn specifieke geval niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser toegang had tot onderwijs, werkzaam was in de bouw en in het bezit was van identificerende documenten. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser zich tot instanties in zijn land van herkomst kan wenden en dat hij zich ook elders in Algerije kan vestigen om aan de problemen te ontkomen. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris dan ook bevestigd en het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na verzending van de uitspraak.