ECLI:NL:RBDHA:2017:16255
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Venezolaanse eiser na deelname aan studentenprotesten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Venezolaanse eiser. De eiser had op 20 juli 2016 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelde dat hij vanwege zijn deelname aan studentenprotesten in Venezuela, waar hij op verschillende data was mishandeld en bedreigd, in de negatieve aandacht van de Venezolaanse autoriteiten stond. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag echter afgewezen, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de eiser specifiek te vrezen had voor de autoriteiten.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de eiser niet in de negatieve aandacht van de Venezolaanse autoriteiten stond. Hoewel de rechtbank de gebeurtenissen rondom de arrestatie en mishandeling van de eiser geloofwaardig achtte, was er onvoldoende bewijs dat deze incidenten specifiek op hem gericht waren. De rechtbank wees erop dat de eiser legaal naar Aruba en Ecuador was gereisd, wat niet duidde op acute vrees voor vervolging. Bovendien had de eiser niet overtuigend aangetoond dat zijn deelname aan de protesten hem in een kwetsbare positie had gebracht.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en bevestigde de afwijzing van de asielaanvraag. De eiser had niet voldaan aan de voorwaarden voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak biedt inzicht in de beoordeling van asielaanvragen waarbij politieke vervolging wordt ingeroepen, en benadrukt het belang van bewijsvoering in dergelijke zaken.