ECLI:NL:RBDHA:2017:16211

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
C/09/521856
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in een pleegzorgvoorziening

Op 22 december 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, hierna te noemen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is behandeld door de meervoudige kamer, waarbij de ouders van de minderjarigen, de vader en de moeder, bijgestaan werden door hun advocaat mr. L.A. Versteegh. De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen, waaronder de ondertoezichtstelling van de minderjarigen die op 9 januari 2017 was verlengd tot 12 januari 2018. De machtiging tot uithuisplaatsing was eerder ook al verlengd, en de rechtbank heeft besloten dat deze machtiging opnieuw verlengd moet worden tot 12 januari 2018, in afwachting van de uitkomsten van aanvullend onderzoek door het Haags Ambulatorium.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de machtiging tot uithuisplaatsing, zoals genoemd in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben geen verzet aangetekend tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor de resterende periode van 11 dagen. De rechtbank heeft daarom besloten de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen van 1 januari 2018 tot 12 januari 2018, zodat de uitkomsten van het onderzoek kunnen worden afgewacht.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak, door de verzoeker en belanghebbenden aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt. Het hoger beroep moet worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd & Bopz
Meervoudige kamer
Zaaksgegevens: C/09/521856 / JE RK 16-2332
Datum uitspraak: 22 december 2017

Beschikking van de meervoudige kamer

Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak naar aanleiding van het op 15 november 2016 ingekomen verzoekschrift van:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[Vader] ,
hierna te noemen: de vader,
en
[Moeder] ,
hierna te noemen: de moeder,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. L.A. Versteegh, advocaat te Den Haag.

Het procesverloop

Bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 9 januari 2017 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd van 12 januari 2017 tot 12 januari 2018.
Bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 9 januari 2017 is de verleende machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd van 12 januari 2017 tot 12 juli 2017, en is de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden.
Bij beschikking van deze rechtbank van 10 juli 2017 is de verleende machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd van 12 juli 2017 tot 8 september 2017, is de zaak verwezen naar de meervoudige kamer en is de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden.
Bij beschikking van deze rechtbank van 28 augustus 2017 is de verleende machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd van
8 september 2017 tot 1 januari 2018, en is de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikkingen van 9 januari 2017, 10 juli 2017 en 28 augustus 2017.
Op 22 december 2017 heeft de meervoudige kamer de zaak, gelijktijdig met het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de periode na 12 januari 2018 (C/09/542413/JE RK 17-2266), ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
  • de heer [X] , namens de gecertificeerde instelling;
  • de vader en de moeder, bijgestaan door hun advocaat mr. L.A. Versteegh.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt thans nog tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten van 1 januari 2018 tot 12 januari 2018. Het door de rechtbank gewenste aanvullende onderzoek door het Haags Ambulatorium zal naar verwachting pas in februari/maart 2018 afgerond zijn. Een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is in ieder geval nodig totdat de uitkomsten van het onderzoek bekend zijn.
De ouders hebben zich niet verzet tegen toewijzing van het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor de resterende duur van 11 dagen.

Beoordeling

De rechtbank is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing nog aanwezig zijn. Het Haags Ambulatorium heeft het aanvullende onderzoek nog niet afgerond. Het is van belang dat de uitkomsten van dat onderzoek worden afgewacht, zodat de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in ieder geval voor de duur van de ondertoezichtstelling verlengd zal worden.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De rechtbank:
verlengt de aan Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden verleende machtiging [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg van 1 januari 2018 tot 12 januari 2018, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S.M. Borkent, voorzitter, H. Dragtsma en J. Satink, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van L.A. Neuman-Steenaart als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2017.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.