In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2017 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen de vrouw, vertegenwoordigd door mr. P.A.W. Standhardt-Jonkers, en de man, vertegenwoordigd door mr. J. Broijl. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 29 september 2016 is ingediend. Partijen zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden en hebben op 9 november 2016 voorlopige voorzieningen getroffen, waarbij de man verplicht werd om een bedrag van € 1.771,- bruto per maand aan levensonderhoud aan de vrouw te betalen.
Tijdens de procedure zijn partijen tot volledige overeenstemming gekomen over de echtscheiding en de onderlinge regeling van hun betrekkingen na de echtscheiding. Deze regeling is vastgelegd in een door beide partijen ondertekend echtscheidingsconvenant. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan en heeft de verzoeken van partijen toegewezen. De rechtbank beschouwt alle andere verzoeken als ingetrokken, gezien de overeenstemming tussen partijen.
In de beslissing spreekt de rechtbank de echtscheiding uit tussen de man en de vrouw, en neemt de door hen getroffen regeling op in de beschikking, die uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De beschikking is gegeven door de rechters H. Wien, P.M.E. Bernini en C.G. Meeder, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 oktober 2017.