ECLI:NL:RBDHA:2017:15921
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van transseksuele Cubaanse vrouw op grond van ongeloofwaardigheid en schending van het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 november 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse vrouw die als transseksueel door het leven gaat. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als ongegrond had afgewezen. Eiseres had aangevoerd dat zij in Cuba te maken had gehad met ernstige discriminatie en geweld vanwege haar seksuele geaardheid, maar de rechtbank vond de door haar gepresenteerde feiten en omstandigheden niet geloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij meer dan honderd keer door de politie was aangehouden, noch dat zij daadwerkelijk was veroordeeld tot huisarrest. Ook de gedwongen verwijdering van haar borstimplantaten werd door de rechtbank als ongeloofwaardig beschouwd, omdat eiseres geen bewijs had overgelegd ter onderbouwing van haar claims. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag op zorgvuldige wijze had beoordeeld en dat er geen sprake was van vooringenomenheid. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.