ECLI:NL:RBDHA:2017:15912
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening met betrekking tot Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende man, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting is eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij langer dan drie maanden het grondgebied van de EU heeft verlaten, wat een voorwaarde is voor het niet toepassen van de Dublinverordening. Eiser had een huurovereenkomst overgelegd waaruit zou blijken dat hij in Marokko verbleef, maar de rechtbank vond deze niet overtuigend. Ook de andere gronden die eiser aanvoerde, zoals zorgen over de Spaanse asielprocedure en de mogelijkheid van refoulement, werden door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeerde dat Spanje voldoet aan zijn internationale verplichtingen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.