In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een omgevingsvergunning voor de realisatie van een bioscoopcomplex met een leisurecenter in Den Haag. Het bestreden besluit, dat op 19 december 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag was genomen, verleende een omgevingsvergunning voor de bouw van een megabioscoop met 11 filmzalen en horeca. Drie eiseressen, te weten Utopia Nederland B.V., Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V. en Kinepolis Group N.V., hebben beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank oordeelde dat Utopia Nederland B.V. geen beroep kon instellen omdat zij niet als belanghebbende werd aangemerkt, aangezien zij geen zienswijzen had ingediend tegen de ontwerpbeschikking. Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V. werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet als concurrent-belanghebbende kon worden aangemerkt. Kinepolis Group N.V. werd wel als concurrent-belanghebbende erkend, maar haar beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat de relativiteitseis in de Awb aan de inhoudelijke beoordeling van Kinepolis' beroepsgronden over de 'Ladder voor duurzame verstedelijking' in de weg stond.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante wet- en regelgeving, waaronder de Awb en de Wabo, besproken, evenals de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunningverlening in strijd was met de vigerende bestemmingsplannen en dat Kinepolis niet aannemelijk had gemaakt dat het bouwplan zou leiden tot relevante leegstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.