6.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn beide ouders, op verschillende tijdstippen op 17 februari 2016. Dit gebeurde in het ouderlijk huis. Door aldus te handelen heeft de verdachte bij zijn vader en moeder de angst teweeggebracht dat zij door de verdachte zouden worden gestoken of geslagen. Dit is een ernstig feit dat temeer kwalijk is doordat de dreiging plaatsvond in de eigen woning, een plek waar men zich veilig hoort te kunnen voelen.
Door een fiets te stelen heeft de verdachte getoond dat hij geen respect heeft voor de eigendom van anderen en bereid is daarop inbreuk te maken waarbij hij zich laat leiden door zijn eigen belangen en behoeften.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie, niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft acht geslagen op het reclasseringsadvies van 9 december 2016 door GGZ Reclassering Palier en op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) van 31 januari 2017.
GGZ Reclassering Palier rapporteert onder meer het volgende. Er is een verstoorde ouder-kind relatie. Zolang de verdachte zich kan herinneren is de thuissituatie onhoudbaar voor hem. Hij stelt geestelijk en fysiek te zijn mishandeld door zijn vader en heeft het gevoel dat dit niet wordt geloofd. Hij heeft gezworven en is mede door drugsgebruik sterk vermagerd en oververmoeid geraakt. Toen hij weer naar huis ging, escaleerde de situatie daar en vond de bedreiging plaats.
Diverse hulpverlening is geboden. Verschillende plaatsingen zijn negatief geëindigd vanwege ongewenst gedrag van de verdachte. Tijdens de voorlopige hechtenis is voor de verdachte een GGZ-opname bij de Catamaran te Eindhoven gerealiseerd, waar hij ook geplaatst is. Daar is sinds november 2016 sprake van een duidelijke verbetering. De verdachte heeft goed contact met de groepsleiding, is succesvol op verlof geweest bij zijn grootmoeder en is niet teruggevallen in het gebruik van harddrugs. Hij heeft nog geen dagbesteding en is aangemeld voor EMDR, een vorm van traumaverwerking.
Er zijn problemen op het gebied van huisvesting, dagbesteding, relaties, sociaal netwerk, druggebruik en emotioneel welzijn. Diagnostiek en behandeling gericht op emotieregulatie, traumaverwerking en middelengebruik zijn geïndiceerd. Daarnaast is het van belang dat de verdachte wordt ondersteund bij praktische zaken en toewerkt naar volledige zelfstandigheid.
Geadviseerd wordt om het jeugdstrafrecht toe te passen. Een geïntegreerde aanpak gericht op gedragsverandering en het behandelen van de onderliggende problematiek binnen de jeugdhulp is wenselijk. Continuering van het reeds gestarte zorg- en begeleidingstraject is geïndiceerd om de kans op recidive te verkleinen. Geadviseerd wordt om de verdachte een voorwaardelijke werkstraf op te leggen.
Uit het rapport en advies van de Raad komt onder meer het volgende naar voren.
De verdachte heeft een belaste voorgeschiedenis met psychische problemen en een ernstige drugsverslaving. Conflicten in de thuissituatie zijn zo geëscaleerd dat de ouders geen andere uitweg zagen dan aangifte te doen tegen hun zoon. De verdachte is in de Catamaran geplaatst en functioneert daar redelijk goed, zo werd in januari 2017 gerapporteerd.
Er is sprake van een voorzichtig contactherstel met de ouders. Doelen van de plaatsing zijn in grote lijnen gericht op emotieregulatie en stoppen met drugs. De verdachte is bezig met een aantal therapieën: schematherapie, systeemtherapie en PMT, binnenkort aangevuld met EMDR. Hij is veel op de groep en heeft geen dagbesteding. Afgesproken is dat hij actief naar een baan gaat zoeken voor de rest van zijn verblijf in Eindhoven. Met hulp van de Catamaran is hij op zoek naar een vervolgplek, voor het moment dat de doelen grotendeels bereikt zijn. De reclassering zal hier toezicht op houden.
Het is erg belangrijk dat de verdachte zijn periode bij de Catamaran goed afsluit. Het lijkt realistisch om de begeleiding over te laten gaan naar de Reclassering GGZ Palier.
De Raad adviseert een jeugddetentie op te leggen gelijk aan het voorarrest en daarnaast een voorwaardelijke werkstraf onder algemene voorwaarden en onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- de behandeling afmaakt bij de Catamaran;
- zich houdt aan de aanwijzingen van de Reclassering GGZ Palier;
- zich houdt aan de meldplicht van de reclassering.
Ter terechtzitting is door de deskundige van de jeugdreclassering ontraden om als aparte voorwaarde te stellen dat de verdachte geen drugs gebruikt. Dat doel zal deel blijven uitmaken van de behandeling en begeleiding die nu plaatsvindt. Hetzelfde geldt voor het vinden van dagbesteding door de verdachte.
De rechtbank onderschrijft de conclusies uit voornoemde rapportages en zal de gegeven adviezen opvolgen, waarbij het toezicht en de begeleiding van de verdachte zal worden opgedragen aan Reclassering GGZ Palier.
Inzake parketnummer 09/7818729-16, toepassing jeugdstrafrecht
De verdachte heeft langdurig te maken gehad met grote persoonlijke problemen die zijn ontwikkeling raken en er bestaan al langdurig grote zorgen over hem. De begeleiding en behandeling die nu in volle gang ziijn en ingang bij hem vinden, worden hem geboden in het kader van jeugdhulp. De verdachte heeft nog geen zogenaamde uitgerijpte persoonlijkheid. De rechtbank ziet de diefstal van een fiets, als gepleegd in dat kader.
De rechtbank zal, ondanks het gegeven dat de verdachte ten tijde van dit feit de leeftijd van 18 jaren had bereikt, ook ten aanzien van dit feit het jeugdstrafrecht toepassen. De rechtbank zal bovendien, anders dan door de raadsvrouw voorgesteld, de zaken gevoegd laten en komen tot één straf voor beide feiten.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat gevaar voor herhaling bestaat als de ingezette behandeling en begeleiding, waarvan de voortzetting hierna in de bijzondere voorwaarden is opgenomen, niet worden vervolgd en voltooid. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn van mening dat voortzetting van de behandeling noodzakelijk is. Ook GGZ Palier acht voortzetting van de behandeling noodzakelijk om het recidivegevaar te verkleinen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
De rechtbank komt alles afwegende tot de volgende straf. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 25 dagen passend, met daarnaast een voorwaardelijke werkstraf. De jeugddetentie is gelijk aan de duur van het ondergane voorarrest. De voorwaardelijke werkstraf zal 30 uren behelzen, met een proeftijd van 2 jaren, en met daaraan te stellen algemene en bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd. Daarbij zal de rechtbank de formulering van bijzondere voorwaarden aanpassen aan de thans daarvoor geldende maatstaven.