Overwegingen
1. Eiseres, die stelt te zijn geboren op [geboortedatum] , is van Kameroense nationaliteit en behoort tot de Senta bevolkingsgroep. Op 24 april 2016 heeft zij een asielaanvraag ingediend. Eiseres 1, haar dochter, is op [geboortedatum 1] in Nederland geboren en bezit eveneens de Kameroense nationaliteit.
2. Eiseres heeft samengevat het volgende verklaard. Zij heeft Kameroen verlaten omdat zij problemen heeft ondervonden vanwege haar lesbische geaardheid. Op school had zij al een relatie met een vrouw genaamd [naam 2] . Op enig moment hebben zij elkaar in het openbaar gekust. Via de sociale media is dat bericht verder verspreid. Eiseres en [naam 2] zijn beiden naar andere scholen gegaan. Tijdens een vakantie hebben zij elkaar weer ontmoet en zijn door een buurman betrapt in het huis waar eiseres verbleef. Vervolgens zijn zij door een menigte aangevallen. Daarbij is haar vader gedood en is eiseres gearresteerd en gevangengenomen. Een vriend van haar vader heeft haar geholpen om te ontsnappen. Zij is gevlucht naar Nigeria. Eiseres verklaart dat zij ook daar werd gezocht. Er werden foto’s van haar verspreid en zij is in Nigeria verkracht. Eiseres is zwanger geraakt. [naam 2] is naar Nigeria gekomen en heeft eiseres geholpen met haar vertrek en een visum geregeld voor Mexico. Zij is uiteindelijk in Mexico beland en heeft een asielaanvraag ingediend welke is afgewezen. Zij is per vliegtuig Mexico uitgezet en heeft op Schiphol de onderhavige asielaanvraag ingediend.
3. Eiseres heeft ter onderbouwing van haar relaas een aantal documenten ingebracht. Het betreft:
- twee ongedateerde Engelstalige brieven van een advocaat genaamd Ntchongoue Rene betreffende [naam] met als bijlage drie foto’s;
- een geboorteakte op naam van [naam] met daarbij gevoegd een document van de High Court;
- drie oproepberichten van de Regional Division For Judicial Police North West-Bamenda van 13 oktober 2014, 27 februari 2015 en 11 januari 2016 die betrekking hebben op [naam]
- een ingescand ‘wanted’ document met een foto van een vrouw zonder naamsvermelding;
- een kopie van de overlijdensakte van haar gestelde vader;
- een aantal foto’s waaronder een paar van de begrafenis van haar gestelde vader;
- een kopie van een Kameroens paspoort op naam van [naam]
- een kopie van een identiteitsbewijs.
4. Volgens verweerder bevat het asielrelaas van eiseres de volgende relevante elementen:
- de identiteit, nationaliteit en herkomst;
- de seksuele geaardheid en de daaruit voortkomende problemen;
- de verkrachting van eiseres door dorpsgenoten in Nigeria;
- de vrees voor besnijdenis van eiseres 1 bij terugkeer naar Kameroen.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres haar identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder verwijst daarbij naar een verslag van een gesprek met eiseres op 24 april 2016, dat is opgemaakt door een medewerker van de Koninklijke Marechaussee (KMar) op Schiphol. Verder heeft verweerder de verklaringen van eiseres over haar lesbische geaardheid, haar relatie met [naam 2] en de problemen die zij heeft ondervonden, als ongeloofwaardig aangemerkt.
De vrees voor besnijdenis van eiseres 1 kan niet zonder meer worden aangenomen nu eiseres niet besneden is, behoort tot de Senta bevolkingsgroep en afkomstig is uit de regio Central. De verkrachting van eiseres is niet verder getoetst omdat die heeft plaatsgevonden in Nigeria en zij de Kameroense nationaliteit bezit, aldus verweerder.
Verder heeft Bureau Documenten op 6 april 2017 de drie oproepberichten, de geboorteakte, het rechterlijk vonnis van 30 december 2016 (het betreft voornoemd document van de High Court) en twee niet met name genoemde verklaringen van de advocaat onderzocht. De conclusie is dat de drie oproepberichten zeer wel mogelijk niet door de daartoe bevoegde instantie zijn opgemaakt en afgegeven. De geboorteakte en het daarbij behorend vonnis zijn mogelijk echt. Van de verklaringen kan niet worden vastgesteld of deze echt zijn.
6. Dat wat eisers hiertegen in beroep hebben aangevoerd, wordt hierna besproken.
De rechtbank oordeelt als volgt.
7. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres haar identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt en daarbij terecht verwezen naar de tegenstrijdige verklaringen over haar naam en geboortedatum tijdens eerder genoemd gesprek met een medewerker van de KMar op Schiphol. Zo heeft eiseres in eerste instantie tegenover de KMar verklaard dat zij [naam 3] heet en is geboren op [geboortedatum 2] . Nader onderzoek bij de KLM heeft echter uitgewezen dat het paspoort waarmee zij is gereisd, een andere geboortedatum vermeldt.
Weliswaar heeft eiseres in de zienswijze een geboorteakte met een bijbehorende akte van de rechtbank overgelegd, echter verweerder heeft dit document terecht niet als een identificerend document aangemerkt nu het geen pasfoto bevat.
Ook zijn bij de aanvullende zienswijze slechts kopieën van een paspoort en een identiteitsbewijs overgelegd waaraan, zoals verweerder ter zitting terecht heeft opgemerkt, geen waarde kan worden gehecht. Daarbij plaatst verweerder terecht vraagtekens bij de verklaring van eiseres dat haar paspoort is afgegeven aan de piloot van het vliegtuig waarmee zij Mexico is uitgezet. Van belang hierbij is dat niet valt in zien waarom eiseres tot op heden de KLM niet heeft benaderd met de vraag waar haar paspoort is.
8. Verweerder heeft zich vervolgens terecht op het standpunt gesteld dat nu de identiteit van eiseres niet kan worden vastgesteld, evenmin kan worden vastgesteld of de hiervoor in rechtsoverweging 3 genoemde stukken, waaronder de drie oproepberichten, op haar betrekking hebben.
9. Verweerder heeft vervolgens de gestelde geaardheid van eiseres beoordeeld en de daaruit voortgekomen problemen en deze niet ten onrechte als ongeloofwaardig aangemerkt. Zo heeft eiseres haar seksuele geaardheid niet aannemelijk gemaakt omdat zij in vage en in algemene bewoordingen heeft verklaard over haar proces van bewustwording en acceptatie. Verweerder heeft bij de algemene wijze van verklaren terecht vraagtekens geplaatst, nu eiseres daarnaast heeft verklaard dat haar geaardheid iets is waar zij mee is opgegroeid. Ten aanzien van het proces van bewustwording heeft eiseres weinig inzichtelijk verklaard, door slechts aan te geven dat zij zich meer aangetrokken voelde tot vrouwen en hen altijd al heeft bewonderd.
Verder is het opmerkelijk dat eiseres verklaart dat zij zichzelf accepteerde op het moment dat zij een relatie kreeg met [naam 2] maar niet weet te vertellen wanneer dat was.
Ook wekt het bevreemding dat eiseres op school als 14-jarige ‘uit de kast kwam’ terwijl haar was meegedeeld dat homoseksualiteit niet werd geaccepteerd en tot verwijdering van school kon leiden. Van belang hierbij is dat eiseres ook heeft verklaard dat zij niet van school gestuurd wilde worden, zodat niet valt in te zien waarom zij dit toch bekend heeft gemaakt.
Verder heeft verweerder terecht vraagtekens geplaatst bij de verklaring van eiseres dat zij de liefde met [naam 2] bedrijft, terwijl ze zich thuis in een niet afsluitbare ruimte bevonden. Ook weet eiseres maar weinig te verklaren over de achtergrond van [naam 2] , hoewel zij volgens haar verklaring al jaren een hechte relatie hadden. Ook weet eiseres niet hoelang [naam 2] gevangen heeft gezeten nadat zij waren betrapt en waarom [naam 2] haar niet achterna is gereisd.
Nu verweerder de voorgaande gebeurtenis als niet geloofwaardig heeft aangemerkt, zijn de verklaringen rondom de gevolgen, zoals de dood van de vader, eveneens op losse schroeven komen te staan. De kopie van de overlijdensakte en foto’s tasten dit oordeel niet aan.
Ook aan de overige documenten, zoals de oproepberichten die onder rechtsoverweging 3 zijn opgesomd, kan niet die waarde worden gehecht die eiseres er aan hecht, nu eiseres haar identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank verwijst daarbij tevens naar de onder rechtsoverweging 5 genoemde conclusies van het Bureau Documenten die verweerder bij het nemen van het bestreden besluit heeft betrokken.
10. De gronden van beroep die betrekking hebben op de gestelde identiteit en geaardheid geven de rechtbank geen aanleiding om anders over het voorgaande te oordelen. De reden hiervoor is dat de gronden met als opschrift ‘documenten’, ‘bewustwording’, ‘relatie’, ‘kennis situatie homoseksuelen in Nederland’, ‘betrapping’, ‘publicatie via Google’, slechts een herhaling zijn van de zienswijze en niet reageren op wat verweerder in het bestreden besluit heeft gesteld naar aanleiding van de zienswijze.
11. Ten aanzien van de vrees voor besnijdenis van eiseres 1 wordt in de gronden van beroep ook slechts herhaald wat al eerder naar voren is gebracht. De rechtbank verwijst derhalve naar pagina 4 en 5 van het bestreden besluit. Daarin heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom deze vrees niet zondermeer gerechtvaardigd is. Daarbij is terecht verwezen naar het feit dat eiseres niet tot een bevolkingsgroep en gebied behoort die getroffen wordt door vrouwenbesnijdenis.
12. Naar het oordeel van de rechtbank is de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
13. Het beroep is ongegrond.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.