Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[curator 1] en
[curator 2],
WONINGSTICHTING HAAG WONEN,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 5 oktober 2016, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2017 en de hierin genoemde (nadere) producties van partijen.
Partijen hebben de ambitie om een zo duurzaam mogelijke energievoorziening voor woningen en andere gebouwen op de meest optimale wijze te realiseren met geothermie als primaire bron.”
Goedkeuring van het businessplan Geothermie Den Haag Zuid-West versie stuurgroep 4 juli 2007 van 21 juni + bijlagen
Deelnemers nemen elk voor 1/6 deel - 2,4 mln euro - als commanditaire vennoot in de
Gebruik van LTV-systemen in de woningen (Lage Temperatuur Verwarming)
Voorgestelde tariefstelling (NMDA met korting, indien de IRR dat toelaat) conform de betreffende passage in het business plan
Doorgaan met de realisatiefase en daartoe budget beschikbaar stellen:
Het partner-aandeel in het risicodragend vermogen, zijnde 2,4 mln. euro als voldaan is aan de noodzakelijk randvoorwaarden:
Statuten CV en/of samenwerkingsovereenkomst met partners zijn conform de uitgangspunten van het businessplan
Beschikbaarheid van de boorlocatie en locatie energiecentrale
Noodzakelijke vergunningen
Bij de volgende Go/No Go beslissingen blijven de financiële perspectieven conform de gepresenteerde Business Case
Voorbereidingskosten van euro 200.000 per partner in nu komende fase:
Inrichten organisatie, uitwerken samenwerkingscontract en oprichten juridische entiteiten
Vastleggen boorlocatie en locatie energiecentrale
Aanvraag vergunningen
Uitwerken ontwerp en optimalisatiemogelijkheden
Inrichten financiële bewaking en risicomanagement
De huidige werkgroep organisatie wordt belast met de dagelijkse aansturing van de komende fase en goedkeuring van de uitgaven; financieel beheer wordt voorlopig voortgezet door ENECO.”
e.d.) is qua omvang naar verwachting niet bijzonder omvangrijk. Daarmee komt het in beeld om te opteren voor een voorfinanciering van de BAK door de woningcorporaties. Dit vermijdt de hogere rente van risicodragende financiering. De vergadering besluit om deze optie uit te laten werken.”
ontvangsten opportuun zijn om een BER (Bijdrage in het Exploitatie Resultaat) te verkiezen boven een BAK. Deze BER zou gedurende de eerste 10 jaar betaald worden en qua omvang dezelfde contante waarde hebben als de BAK (5.000 per woning). Verschil is (kort gezegd), dat de BER als inkomen gezien kan worden en niet als een verlaging van de investering. Dit zou kunnen impliceren, dat de EIA in hogere mate binnen het project zelf al gerealiseerd kan worden, aangezien EIA afhankelijk van de (omvang van de) winst. Voor de BER-vraag is het opportuun om een centrale (voor alle partners geldende) fiscale ruling aan te vragen. Dit geeft zowel zekerheid als gelijke fiscale behandeling bij de CV deelnemers in komende jaren. Aangezien beide bedragen BER of BAK gegarandeerde inkomsten zijn, lenen ze zich beide evengoed voor voorfinanciering.
, waarmee de Business Case op het punt van de warmtelevering een degelijke financiële bodem verkrijgt.”
- Instemmen met de voorgestelde tariefbepaling
- Instemmen met het acquisitiebeleid”
- Ja: verder
- Nee: aanpassen of Plan B.
“Fall Back notitie wordt toegelicht en goedgekeurd”.
.
benadrukt nogmaals dat een garantielijst echt een garantielijst moet zijn.”
stelt, dat er a) nu geld nodig is om leveranciers te betalen en b) dat een deel van de vennoten zich herbezinnen op hun positie in de VoF. Dit zal intern in B&W gemeld moeten worden en kan tot consequenties leiden voor de positie van Den Haag.
merkt op, dat tegen de achtergrond van het kabinetsbeleid nog minder dan voorheen gegarandeerd kan worden, dat woningen ook daadwerkelijk gebouwd en aangesloten zullen worden. Exalto[Eneco, toevoeging rechtbank]
stelt, dat de afspraken over de garantielijst er in voorzien, dat bij afstel een vergoeding of boete wordt afgedragen. [D] erkent dit, maar is van mening, dat de afspraken juridisch niet heel scherp zijn op het grensvlak van uitstel en afstel. Uitstel is naar mening van Haag Wonen juristen niet aan een horizon verbonden en zou in principe tot 2035 vol te houden zijn.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verbintenissen van ADH en Haag Wonen over en weer
“de corporaties worden gehouden aan de Garantielijst”en dat in de besluitenlijst van die vergadering is opgenomen dat de Garantielijst definitief is geworden. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat ter comparitie is gebleken dat bij het uittreden van een woningcorporatie uit ADH de verplichting tot het aanbieden van woningen voor die corporatie bleef bestaan en dat Haag Wonen tijdens het kort geding op 19 december 2012 dit zelf ook naar voren heeft gebracht (paragraaf 44 van haar pleitaantekeningen in kort geding).
“De garantielijst wordt nog aangevuld met een contingent van 154 woningen.(…) [B] corrigeert de garantielijst. Deze is daarmee goedgekeurd en onderdeel van de Business Case.”Bovendien geldt ook hier dat de Stuurgroep – met inbegrip van Haag Wonen – op 10 september 2008 een notitie van [B] heeft goedgekeurd, waarin staat dat
“de corporaties worden gehouden aan de garantielijst”en dat in de besluitenlijst van die vergadering is opgenomen dat de Garantielijst definitief is geworden.
voorlopigeschrapping van een aantal woningen. Dat ADH in 2009 wist dat sprake was van een daadwerkelijk afstel van 232 woningen, is daarmee niet komen vast te staan.
“Na de tweede update is gebleken dat 760 woningen zijn geschrapt tov de garantielijst. Voor deze woningen geldt dat € 2.600 per woning moet worden betaald als vergoeding voor gemiste inkomsten.”Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat in geval van afstel slechts het extra bedrag van € 2.600,- (prijspeil 2006) per woning is verschuldigd, mits de bouw van de woningen is afgesteld voordat ADH kosten heeft gemaakt voor het aansluiten daarvan. Dat ADH kosten heeft gemaakt voor het aansluiten van de resterende 790 woningen van Haag Wonen is gesteld noch gebleken. De desbetreffende vordering van € 3.325.110,- zal, zoals reeds overwogen, worden afgewezen. Hetgeen partijen ten aanzien van de BAK voor het overige hebben aangevoerd, kan daarmee onbesproken blijven.
Kamerstukken II, 28 239, 2001-02, nr. 3, p. 10) niet van toepassing is op secundaire contractuele prestaties, zoals een boeteverplichting, althans indien die strekt tot compensatie van schade, zoals in het onderhavige geval. Ter zitting hebben de curatoren overigens bevestigd de wettelijke rente te vorderen. Wettelijke rente op de voet van artikel 6:119 BW kan wel worden toegewezen. Deze zal dan ook worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, zoals gevorderd.
6.422(2 punten × tarief € 3.211)