ECLI:NL:RBDHA:2017:14706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot niet in behandeling nemen van asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft eiser, een Guinese nationaliteit bezittende asielzoeker, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 8 november 2017, waarin zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling is genomen. Eiser had op 8 juli 2017 een aanvraag ingediend, maar is niet verschenen op de uitnodigingen voor het aanmeldgehoor Dublin. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening.
Eiser heeft betoogd dat de opvangsituatie van asielzoekers in Italië tekortschiet en dat dit een reden zou moeten zijn om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat er geen reden is om aan te nemen dat de opvang in Italië niet adequaat is. Eiser heeft in zijn beroep niet voldoende onderbouwd waarom het oordeel van de staatssecretaris niet houdbaar zou zijn.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier J. Loonstra, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.