ECLI:NL:RBDHA:2017:14706

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
13 december 2017
Zaaknummer
NL17.12412
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit tot niet in behandeling nemen van asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft eiser, een Guinese nationaliteit bezittende asielzoeker, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 8 november 2017, waarin zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling is genomen. Eiser had op 8 juli 2017 een aanvraag ingediend, maar is niet verschenen op de uitnodigingen voor het aanmeldgehoor Dublin. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening.

Eiser heeft betoogd dat de opvangsituatie van asielzoekers in Italië tekortschiet en dat dit een reden zou moeten zijn om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat er geen reden is om aan te nemen dat de opvang in Italië niet adequaat is. Eiser heeft in zijn beroep niet voldoende onderbouwd waarom het oordeel van de staatssecretaris niet houdbaar zou zijn.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier J. Loonstra, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.12412
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2017 in de zaak tussen

[eiser], eiser,

(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, daaronder mede begrepen diens rechtsvoorgangers, verweerder
(gemachtigde: mr. D. Berben).

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 8 november 2017 (het bestreden besluit).
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL17.12413, plaatsgevonden op 27 november 2017. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en bezit de Guinese nationaliteit. Hij heeft op 8 juli 2017 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
2. Verweerder heeft eiser op 22 augustus 2017 uitgenodigd om te verschijnen voor een aanmeldgehoor Dublin. Eiser is niet verschenen. Vervolgens heeft verweerder een voornemen uitgebracht. Eiser heeft hiertegen een zienswijze ingediend.
Op 6 oktober 2017 heeft verweerder eiser wederom uitgenodigd om te verschijnen voor een gehoor. Eiser is niet verschenen
3. Verweerder heeft de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen omdat Italië op grond van artikel 25, tweede lid, van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.
4. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat de opvangsituatie van asielzoekers en statushouders in Italië zodanig tekortschiet dat niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Verweerder heeft in het bestreden besluit evenwel gemotiveerd dat er geen grond is voor de stelling dat de opvang in Italië van asielzoekers in het algemeen en van eiser in het bijzonder in de weg staat aan overdracht van eiser aan Italië. Eiser heeft in beroep nagelaten te vermelden waarom dit oordeel van verweerder niet houdbaar zou zijn.
5. Het beroep is daarom ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. Loonstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 november 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van verzending van het proces-verbaal van deze uitspraak of na de dag van plaatsing daarvan in het digitale dossier. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.