ECLI:NL:RBDHA:2017:14702
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraakse nationaliteit, heeft op 6 november 2015 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelt homoseksueel te zijn en problemen te ondervinden in zijn land van herkomst. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 10 april 2017 afgewezen, omdat de gestelde seksuele geaardheid niet geloofwaardig werd geacht. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 november 2017 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nationaliteit en identiteit van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de gestelde seksuele geaardheid niet als zodanig kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder zijn onderzoek naar de seksuele gerichtheid van eiser heeft uitgevoerd volgens de geldende werkinstructies, maar dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn ervaringen en acceptatie van zijn homoseksualiteit.
De rechtbank concludeert dat de verklaringen van eiser over zijn relaties en de omstandigheden waarin hij is betrapt op seks met zijn partner niet consistent zijn en dat er geen sluitend bewijs is voor de gestelde seksuele gerichtheid. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door verweerder als terecht beoordeeld en het beroep ongegrond verklaard. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.