Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
V-nummer: [nummer]
Rechtbank Den Haag
Op 8 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het bestuursrecht en vreemdelingenrecht. Verzoeker, die niet is verschenen, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 januari 2017, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling is genomen. In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg verzoeker om te voorkomen dat hij zou worden overgedragen aan Portugal, in het kader van de Dublin-overeenkomst.
Tijdens de zitting op 8 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten. Na afloop van het onderzoek heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het beroep van verzoeker ongegrond is verklaard, en dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorlopige voorziening toe te wijzen. Ook is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing van de voorzieningenrechter is op dezelfde dag, 8 februari 2017, in het openbaar uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. W. Toekoen, in aanwezigheid van mr. M.I.P. Buteijn als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing definitief is.