ECLI:NL:RBDHA:2017:14238
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Dominicaanse Republiek wegens ongeloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een burger van de Dominicaanse Republiek, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 2 november 2017 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser stelde dat hij problemen had ondervonden met bendeleden in zijn thuisland, als gevolg van een one-night stand. Tijdens de zitting op 28 november 2017 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Eiser voerde aan dat hij consistent had verklaard over zijn asielrelaas, maar de rechtbank oordeelde dat er aanzienlijke tegenstrijdigheden in zijn verklaringen waren. De rechtbank volgde de staatssecretaris in diens oordeel dat de gestelde problemen ongeloofwaardig waren, onder andere omdat eiser niet duidelijk kon maken wie hij precies te vrezen had en omdat zijn verklaringen over ontmoetingen met bendeleden inconsistent waren. De rechtbank concludeerde dat eiser zijn asielmotieven niet aannemelijk had gemaakt en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.