ECLI:NL:RBDHA:2017:13982
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen voor machtiging voor voorlopig verblijf in het kader van nareis door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 november 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een aantal Syrische eisers en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers hadden aanvragen ingediend voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis, maar deze aanvragen werden door de staatssecretaris afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen zijn afgewezen omdat de eisers geen documenten hebben overgelegd die hun identiteit, nationaliteit en de feitelijke gezinsband met de referent konden aantonen. De rechtbank heeft de bezwaren van de eisers tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard, maar in beroep heeft eiseres 1 een originele Syrische identiteitskaart overgelegd. De rechtbank oordeelde dat deze identiteitskaart niet kon worden uitgesloten van de procedure en dat er een motiveringsgebrek was in de afwijzing van de aanvragen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de eisers. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eisers, die zijn vastgesteld op € 990,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.