In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 23 juni 2017 een tweet heeft geplaatst waarin hij dreigde met een terroristisch misdrijf. De tweet verwees naar een 'ISIS bom' die zou zijn geplaatst in Den Haag, wat bij een deel van de bevolking ernstige vrees heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van het feit, en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank heeft daarnaast besloten tot plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor behandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging gevolgd, die beiden van mening waren dat de verdachte niet strafbaar was, maar dat behandeling noodzakelijk was. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen teruggegeven aan de verdachte, en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.