De Rechtbank Den Haag heeft op 8 november 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich in een periode van meerdere jaren schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn buurmeisje, dat op het moment van de feiten tussen de dertien en vijftien jaar oud was. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uren. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat de feiten lange tijd geleden zijn gepleegd. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer tot een bedrag van € 10.750,- toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en de verdachte verplicht tot betaling aan de Staat van dit bedrag ten behoeve van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij.