ECLI:NL:RBDHA:2017:13442
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak inzake weigering van een uitkering ingevolge de Wajong na tussenuitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) aangevraagd, maar deze was door verweerder geweigerd. De rechtbank had eerder een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat er gebreken waren in de besluitvorming van verweerder. In de einduitspraak oordeelt de rechtbank dat verweerder het gebrek heeft hersteld door aanvullende rapportages van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. De rechtbank benadrukt dat het begrip 'duurzaam ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie' strenger is dan 'arbeids(on)geschiktheid' en dat er mogelijkheden tot verbetering van de belastbaarheid van eiseres bestaan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.