In deze zaak heeft eiseres, een Sierra Leoonse nationaliteit, samen met haar minderjarige kinderen een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De aanvraag werd gedaan op 26 april 2017, maar de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij aanvoert dat de overdracht aan Frankrijk zou leiden tot onevenredige hardheid vanwege haar eerdere ervaringen in Frankrijk, waaronder vreemdelingendetentie en slechte behandeling.
De rechtbank heeft op 28 juli 2017 uitspraak gedaan in deze bodemzaak. Tijdens de zitting op 20 juli 2017 is het beroep samen met een verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden zijn die maken dat de overdracht aan Frankrijk van onevenredige hardheid getuigt. Eiseres heeft geen medische onderbouwing kunnen geven voor haar gestelde psychische problemen en de rechtbank concludeert dat er geen aanvullende garanties nodig zijn voor opvang en medische behandeling in Frankrijk. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiseres zich bij problemen kan wenden tot de Franse autoriteiten.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na verzending van de uitspraak.