ECLI:NL:RBDHA:2017:12650
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing van verhoogde WAO-uitkering in inkomstenbelasting voor het jaar 2013
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2017 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2013. Eiser, die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO-uitkering) ontvangt, betwistte of het verhoogde gedeelte van 10% van zijn WAO-uitkering tot zijn belastbaar inkomen moest worden gerekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de WAO-uitkering van eiser in 2013 € 22.186 bedroeg en dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een verklaring had afgegeven waarin het uitkeringspercentage was verhoogd van 75% naar 85% wegens hulpbehoevendheid.
De rechtbank oordeelde dat de gehele WAO-uitkering, inclusief het verhoogde gedeelte, als loon uit een vroegere dienstbetrekking moet worden aangemerkt en dus belast is onder de Wet inkomstenbelasting 2001. Eiser stelde dat het verhoogde bedrag niet belast moest worden omdat het geheel opging aan specifieke zorgkosten. De rechtbank verwierp dit argument en stelde dat de wettelijke bepalingen niet op redelijkheid kunnen worden beoordeeld door de rechter. De rechtbank concludeerde dat de aanslag inkomstenbelasting terecht was opgelegd en verklaarde het beroep van eiser ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door mr. S.E. Postema, in aanwezigheid van mr. A.M. van Duijvendijk als griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag binnen zes weken na verzending.