ECLI:NL:RBDHA:2017:12582
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, een Guinese nationaliteit hebbende persoon. Eiser had op 12 mei 2017 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 19 oktober 2017, waar eiser niet aanwezig was, heeft de verweerder zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 29 juni 2016 de buitengrens van de EU op illegale wijze heeft overschreden via Italië en dat hij eerder asielverzoeken in Italië en Duitsland heeft ingediend. De Italiaanse autoriteiten hebben op 12 juli 2017 ingestemd met de terugname van eiser op basis van de Dublinverordening.
De rechtbank heeft overwogen dat er geen wezenlijk ander beeld van de situatie in Italië is dat zou leiden tot een schending van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij in het verleden slachtoffer is geworden van een behandeling die in strijd is met artikel 4 van het Handvest van de EU. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.