ECLI:NL:RBDHA:2017:12469
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- E.S.G. Jongeneel
- J.C. de Grauw
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een Cubaanse vrouw geboren in 1991, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was aan verzoekster een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. Tegen deze afwijzing heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het beroep was beslist.
De zitting vond plaats op 24 oktober 2017, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. F.H. Bruggink, en de staatssecretaris door zijn gemachtigde, L. Mol. Tijdens de zitting werd ook de zaak NL17.9910 behandeld, die verband hield met het beroep van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er inmiddels op het beroep van verzoekster was beslist in de procedure met zaaknummer NL17.9910, het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.S.G. Jongeneel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier.