ECLI:NL:RBDHA:2017:12469

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 oktober 2017
Publicatiedatum
30 oktober 2017
Zaaknummer
NL17.9911
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een Cubaanse vrouw geboren in 1991, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was aan verzoekster een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. Tegen deze afwijzing heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het beroep was beslist.

De zitting vond plaats op 24 oktober 2017, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. F.H. Bruggink, en de staatssecretaris door zijn gemachtigde, L. Mol. Tijdens de zitting werd ook de zaak NL17.9910 behandeld, die verband hield met het beroep van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er inmiddels op het beroep van verzoekster was beslist in de procedure met zaaknummer NL17.9910, het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.S.G. Jongeneel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.9911
uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 oktober 2017 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.H. Bruggink),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: L. Mol).

ProcesverloopBij besluit van 1 oktober 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdals bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens is aan verzoekster een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.

Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat uitzetting achterwege blijft, totdat op het beroep is beslist.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL17.9910, plaatsgevonden op 24 oktober 2017. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster is geboren op [geboortedatum] 1991 en heeft de Cubaanse nationaliteit.
2. Bij uitspraak van heden, in de procedure met zaaknummer NL17.9910, heeft de rechtbank het beroep van verzoekster ongegrond verklaard.
3. Nu op het beroep van verzoekster is beslist, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.S.G. Jongeneel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2017.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel