ECLI:NL:RBDHA:2017:12380

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2017
Publicatiedatum
27 oktober 2017
Zaaknummer
NL17.9978
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na beslissing op beroep

Op 24 oktober 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die een voorlopige voorziening had aangevraagd in verband met zijn asielaanvraag. De aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 28 september 2017 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker had hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het beroep was beslist. Tijdens de zitting op 24 oktober 2017, waar verzoeker niet aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter overwoog dat een toewijzing van een verzoek om een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien de rechtbank op dezelfde dag het beroep van verzoeker ongegrond had verklaard in een andere procedure, was er geen belang meer voor verzoeker bij de beoordeling van zijn verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.S.G. Jongeneel, in aanwezigheid van griffier mr. J.C. de Grauw. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.9978
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 oktober 2017 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.R. van der Pol),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Mol).

Procesverloop

Bij besluit van 28 september 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat uitzetting achterwege blijft, totdat op het beroep is beslist.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL17.9977, plaatsgevonden op 24 oktober 2017. Verzoeker is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De voorzieningenrechter overweegt dat een toewijzing van een verzoek om een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij mondelinge uitspraak van heden, in de procedure met zaaknummer NL17.9977, heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard.
3. Nu op het beroep van verzoeker is beslist, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat verzoeker geen belang meer heeft ten aanzien van de beoordeling van zijn verzoek.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.S.G. Jongeneel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier, op 24 oktober 2017.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel