ECLI:NL:RBDHA:2017:12173

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
25 oktober 2017
Zaaknummer
C/09/538800 / FA RK 17-6695
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en vaststellingsovereenkomst tussen ouders

Op 25 oktober 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende internationale kinderontvoering. De vader, wonende in Schotland, had een verzoek ingediend tot teruggeleiding van zijn minderjarige kind, dat door de moeder naar Nederland was meegenomen. De ouders, die gezamenlijk gezag uitoefenen over het kind, hebben een affectieve relatie gehad en zijn in onderhandeling gegaan over de zorg en opvoeding van hun kind. Tijdens een regiezitting op 12 september 2017 is de zaak behandeld door de kinderrechter, mr. A.C. Olland, waarbij de mogelijkheid van crossborder mediation werd besproken. De mediation heeft geleid tot een vaststellingsovereenkomst, die door beide ouders is ondertekend. De vader heeft op 19 oktober 2017 zijn verzoek tot teruggeleiding en ondertoezichtstelling ingetrokken, en beide ouders hebben verzocht om de vaststellingsovereenkomst op te nemen in de beschikking van de rechtbank. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gewone verblijfplaats van het kind bij de moeder in Nederland is en dat de Nederlandse rechter bevoegd is. De rechtbank heeft de onderlinge regeling inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid opgenomen in de beschikking en bepaald dat de ouders gehouden zijn tot naleving van de vaststellingsovereenkomst. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en iedere partij draagt zijn eigen proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG

Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 17-6695 (teruggeleiding) en JE RK 17-1743 (ondertoezichtstelling)
Zaaknummer: C/09/538800 (teruggeleiding) en C/09/538826 (ondertoezichtstelling)
Datum beschikking: 25 oktober 2017

Internationale kinderontvoering

Beschikking op het op 29 augustus 2017 ingekomen verzoek van:

[verzoeker]

de vader,
wonende te [woonplaats] , Schotland, Verenigd Koninkrijk,
advocaat: mr. T.M. Coppes te Aerdenhout.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende]

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. S.R. van Laar te Arnhem.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift;
- de brief d.d. 13 oktober 2017, met bijlage, van de zijde van de vader;
- het F9-formulier d.d. 19 oktober 2017 van de zijde van de vader;
- het F9-formulier d.d. 19 oktober 2017 van de zijde van de moeder.
Op 12 september 2017 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, alsmede de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. A.C. Olland. De behandeling ter terechtzitting is aangehouden.
Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 13 oktober 2017 heeft de advocaat van de vader bericht dat de mediation tussen partijen heeft geresulteerd in een vaststellingsovereenkomst (‘two party agreement’). Deze door de moeder en de vader, respectievelijk op 5 en 11 oktober 2017 ondertekende vaststellingsovereenkomst, is bij brief d.d. 13 oktober 2017 van de zijde van de vader overgelegd.
De vader heeft verzocht, teneinde de onderhavige procedures tussen de ouders te beëindigen, te bepalen dat de één tegenover de ander gehouden zal zijn tot naleving van de bepalingen van de vaststellingsovereenkomst en deze overeenkomst onderdeel te doen uitmaken van de door de rechtbank uit te spreken beschikking. De vader trekt daarbij zowel het teruggeleidingsverzoek als het verzoek tot ondertoezichtstelling van de na te noemen minderjarige in. Op 19 oktober 2017 heeft de moeder met het voorgaande ingestemd.

Verzoek en verweer

De vader heeft het teruggeleidingsverzoek en het verzoek tot ondertoezichtstelling ingetrokken.
De vader en de moeder hebben vervolgens eensluidend verzocht de tussen hen tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst op te nemen in de beschikking.

Feiten

- Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Verenigd
Koninkrijk (hierna: [minderjarige] )
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
- Op 1 september 2016 heeft de moeder met de minderjarige de woning van partijen te [woonplaats] verlaten voor een vakantie met [minderjarige] in Nederland. Zij zijn niet op de tussen partijen afgesproken datum van 27 september 2016 teruggekeerd.
- De vader is Brits burger, de moeder heeft de Nederlandse nationaliteit en [minderjarige] heeft (in elk geval) de Nederlandse nationaliteit.
- Niet bekend is of de vader de zaak heeft aangemeld bij de Centrale Autoriteit.

Beoordeling

Opname vaststellingsovereenkomst
Partijen zijn overeengekomen dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] bij de moeder in Nederland is. Gelet hierop is de Nederlandse rechter bevoegd ter zake van de verzoeken van partijen.
Partijen hebben voorts afspraken gemaakt over de gezagsuitoefening en zijn een contact- en zorgregeling overeengekomen. Zij hebben hetgeen zij zijn overeengekomen vastgelegd in genoemde vaststellingsovereenkomst, verzocht deze vaststellingsovereenkomst op te nemen in de beschikking en te bepalen dat de één tegenover de ander gehouden zal zijn tot naleving van de bepalingen van de vaststellingsovereenkomst.
KAls er uit de overgelegde buitenlandse bewijsstukken tegenstrijdigheden blijken over de persoonsgegevens, dan kan zulks hieronder ipv met "De persoonsgegevens...vermeld." overwogen worden met bijv: "Blijkens..., doch blijkens..."
osten
De rechtbank zal, gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

(alleen opnemen indien kostenveroordeling is verzocht)

Beslissing

De rechtbank:
neemt op de door de vader en de moeder getroffen onderlinge regeling inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , verenigd Koninkrijk, zoals neergelegd in de (in fotokopie) aan deze beschikking gehechte vaststellingsovereenkomst welke door de ouders respectievelijk op 5 oktober 2017 en 11 oktober 2017 is ondertekend, en bepaalt dat de één tegenover de ander gehouden zal zijn tot naleving van de bepalingen van de vaststellingsovereenkomst;
verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, tevens kinderrechters, bijgestaan door
V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 oktober 2017.