ECLI:NL:RBDHA:2017:1213
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing asielaanvraag en verzoek om uitstel van zienswijze
In deze zaak hebben eisers, van Georgische nationaliteit, beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling zijn genomen. De bestreden besluiten zijn genomen op 13 januari 2017, waarbij verweerder heeft gesteld dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen van eisers, op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft de beroepen op 2 februari 2017 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Eisers hebben aangevoerd dat verweerder in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel heeft gehandeld door het verzoek om uitstel voor het indienen van de zienswijze niet aan hen kenbaar te maken. Daarnaast hebben zij gesteld dat de gezondheid van eiser in gevaar komt bij terugkeer naar Polen, aangezien hij lijdt aan hepatitis C en daar niet de noodzakelijke medische zorg zou kunnen krijgen. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder niet overeenkomstig het geldende beleid heeft gehandeld door direct op de aanvraag te beslissen zonder op het verzoek om uitstel te reageren. Echter, de rechtbank heeft dit gebrek gepasseerd op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat niet aannemelijk is dat eisers hierdoor in hun belangen zijn geschaad.
Ten aanzien van de gezondheidsproblemen van eiser heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat Polen niet in staat zou zijn om de benodigde medische zorg te bieden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen ongegrond zijn en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning op 9 februari 2017, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.