ECLI:NL:RBDHA:2017:11925
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake aanvraag Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor taxichauffeur na strafbare feiten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 19 oktober 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de afwijzing van een aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De verzoeker, een taxichauffeur, had zijn aanvraag voor een VOG afgewezen gekregen omdat hij binnen de geldende terugkijkperiode van vijf jaar was veroordeeld voor vier strafbare feiten. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel de afwijzing op basis van het objectieve criterium gerechtvaardigd leek, de omstandigheden van de verzoeker, waaronder zijn behandeling bij Centrum 45 en de verbetering van zijn situatie, mogelijk een andere uitkomst rechtvaardigden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij het besluit van 26 juli 2017 werd geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker.